Raoul Ehren over zijn tijd tot nu toe bij de Oranje Dames

Na de Olympische Spelen benaderde de KNHB mij met het verzoek om bondscoach van het Nederlandse vrouwenteam te worden. Het is een eer om als bondscoach van de beste ploeg van de wereld aan de slag te gaan. Maar hoe start je als bondscoach en wat voor keuzes moesten wij maken om op een goede manier te starten?

In samenwerking met de KNHB hebben we ons eerst gericht op twee belangrijke punten: het voeren van gesprekken met de speelsters en het samenstellen van een staf. Alle speelsters die mee zijn gegaan naar Parijs en de afvallers voor Parijs hebben we gesproken. Met de speelsters hebben we teruggekeken op de afgelopen periode, maar zeker ook vooruitgekeken. Zo hebben een aantal speelsters aangegeven een pauze te willen inlasten of niet meer beschikbaar te zijn. Na de gesprekken hebben we een trainingsgroep samengesteld van speelsters uit de Parijs groep en Jong Oranje speelsters waarmee we zijn gaan trainen in aanloop naar de Pro League wedstrijden in december en januari.

Het samenstellen van een staf bleek een uitdagende taak en is pas recent afgerond. Robert Tigges trad half mei toe als assistent en vanaf 1 juni hebben we ook een Strength en Conditioning coach aan het team toegevoegd.. Gelukkig heeft Sjoerd Marijne de afgelopen maanden als assistent ons kunnen helpen en hebben we de S&C coach van de Nederlandse heren kunnen gebruiken bij het opstellen van de krachtprogramma’s en het monitoren van de fysieke fitheid van de speelsters.

Om een beeld te krijgen van het team en de manier van spelen heb ik dezelfde periode ook gebruikt om heel veel beelden te bekijken. Als bondscoach van België keek ik naar Nederland om te zien waar de lat lag om naar toe te groeien. Als bondscoach van Nederland kijk je toch anders naar de wedstrijden. Je haalt veel informatie uit het opnieuw terugkijken van de wedstrijden als je daar met een ander oog naar kijkt.

Uit de gesprekken met de speelsters en de analyse van wedstrijdbeelden zijn enkele belangrijke observaties naar voren gekomen. Zo waren de krachtprogramma’s vanuit de nationale ploeg gestopt. Er werd relatief weinig getraind met de nationale ploeg en er was een vraag om meer structuur in het veld. Ook viel mij op dat de dominantie van Nederland minder is geworden. Zo komen tegenstanders vaker in onze cirkel en krijgen we meer corners tegen. Dat is iets waar we de komende jaren aan gaan werken. Ons doel is om onze dominantie te vergroten, de beste van de wereld te zijn en te blijven, en goud te winnen op elk toernooi waarin we deelnemen.. Te beginnen met het EK in Duitsland komende zomer, WK in eigen land in 2026 en uiteindelijk de Olympische Spelen in Los Angeles.

Deel deze pagina