Hockey in de greep van de grip

In mijn ogen zijn er in de hockeyopleiding drie fases:
1 De technische fase waarin de basisvaardigheden moeten worden aangeleerd.
2 De individueel tactische fase waarin – met voldoende technische bagage – het individueel tactisch handelen wordt aangeleerd.
3 De team tactische fase, waarin het team tactische vaardigheden worden aangeleerd.

De essentiële basis van de technische fase is het juist vasthouden van de stick.
In 2001 heb ik in mijn Handboek Hockeytechniek voor het eerst de grepen in het hockey omschreven. In de jaren erna ben ik er steeds meer van overtuigd geraakt dat een juiste greep de basis is om een goede speler te worden. Er zijn spelers met talent die zich als het ware zelf ontwikkelen en vanzelf hun stick goed vasthouden. Het overgrote deel van de Jongste Jeugd echter houdt de stick verkeerd vast of wisselt verkeerd van greep bij de overgang van de ene naar de andere techniek, bijvoorbeeld van drijven (foto 1) naar flatsen (foto 2).

Als je bijvoorbeeld golflessen neemt, dan wordt er iedere les gelet op hoe je je club vasthoudt. Bij tennis is dit al niet anders. Bij hockey.. totaal niet, terwijl hockey de moeilijkste sport is met al die technieken en overige vaardigheden die een speler moet leren.
Een slechte greep leidt tot een slechte techniek en bepaalt dus uiteindelijk het niveau van een speler.

Het is de kunst om vanaf het eerste begin aandacht te besteden aan, en te houden voor, de greep. Dit stelt hoge eisen aan de trainers in deze leeftijdscategorie. Omdat de Jongste Jeugd meestal in de middag traint, zijn er vaak geen trainers beschikbaar. Om die reden wordt er vooral door vrijwilligers training gegeven. Deze vrijwilligers kunnen prima de spelers begeleiden, maar missen in de meeste gevallen de cruciale technische kennis om de kinderen de eerste beginselen van hockeytechniek bij te brengen. Hierdoor mist de Jongste Jeugd het cruciale eerste begin van de opleiding tot hockeyer, de technische fase.

Foto 1: Drijven (bron: fieldhockeyreview.com).

Foto 2: Flatsen (foto: Willem Vernes)

De grepen
Hockey is de moeilijkste individuele sport die er is. Om die reden is het ook zeer moeilijk om spelers goed op te leiden. Hiervoor heeft een trainer zeer veel technische en tactische kennis nodig. Een hockeyer moet in staat zijn te functioneren in een team. Hiervoor heeft hij de vier bekende vaardigheden nodig: techniek – tactiek – fysieke en mentale conditie. Het probleem is echter dat wij de volgorde van deze onderdelen in de hockeyopleiding altijd verkeerd hanteren. Een speler die niet in staat is om een bal aan te nemen en vervolgens in balbezit te controleren, wordt nooit een goede teamspeler. Een speler die niet in staat is een verdedigend duel te spelen en te controleren, is niet in staat bij te dragen aan een goede teamverdediging.

Voor deze vaardigheden heb je techniek nodig. Deze techniek moet je aanleren in de periode die daar voor staat: tussen je 7e en 12e jaar. Hierna wordt tactiek steeds belangrijker, terwijl in deze periode de techniek verder verfijnd kan worden. De grote fout die overal wordt gemaakt is dat er in die periode veel te veel wordt ‘gecoacht’ en er dus veel te veel accent ligt op de tactische ontwikkeling van spelers in plaats van op de technische ontwikkeling. Niet alleen in wedstrijden, maar vooral natuurlijk tijdens trainingen.

Wij benaderen hockey als een teamsport waarin je moet overspelen, terwijl het leren kiezen centraal moet staan. Het ‘overspelen’ als uitgangspunt is totaal contraproductief voor de technische ontwikkeling van de Jongste Jeugd. Om een speler tactisch te ontwikkelen heeft hij techniek nodig, tactiek komt later. In de praktijk draaien trainers deze fases echter om, en overladen onze Jongste Jeugd met allerlei tactische aanwijzingen, terwijl de aandacht behoort te liggen op technische ontwikkeling.

Aanleren van basistechnieken
Het aanleren van basistechnieken is heel erg moeilijk. Het ultieme schrikbeeld is dat jonge spelers hun stick verkeerd vasthouden (foto 3 en 4 (jongen rechterkant)).
Weinig jeugdtrainers hebben deze essentiële technische bagage van nature. Deze kennis wordt ook zeker in de trainersopleidingen aangeboden, maar gezien de beschikbare tijd binnen deze opleidingen ‘altijd’ te weinig. In de opleiding tot trainer/coach worden 4 aspecten genoemd: de greep (grip), raakpunt, lichaamshouding en voetenstand. Dit artikel gaat vooral in op de ‘greep’.

Foto 3 (bron: www.lockerroomtalk.com).                                     Foto 4: Greep van de jongen aan de rechterkant (bron: Hockeyclub Athena).

Het aanleren van basistechnieken is heel erg moeilijk

1 De Basisgreep
Hockey begint bij de basisgreep. Iedere basisvaardigheid (drijven, aannemen, gebruik van de backhand et cetera) begint vanuit deze greep. Het allerbelangrijkste bij deze greep is dat je vanuit één greep zowel de backhand als de forehand moet kunnen gebruiken. Op deze manier ontwikkel je een zogenaamde snelle linkerpols, waarmee je steeds kunt reageren op een veranderende situatie in het veld. je moet onmiddellijk kunnen beschikken over forehand en backhand. Dit kan onmogelijk indien je greep niet goed is.

Bij Luciana Aymar (Argentijns ex-international en meerdere malen verkozen tot beste speelster van de wereld zien we de perfecte basisgreep: de linkerhand heeft alle vingers OM de stick en tegenover de bolle kant van de stick, de rechterhand is losjes in ‘shake hands’-greep. De rechter wijsvinger ligt langs de stick (foto 5).

Foto 5: De rechter wijsvinger langs de stick.

Linkerhand (foto 6)
Backhandgreep (kijk op je horloge).
De V tussen je duim en wijsvinger zit (niet helemaal) tegenover de achterkant van je stick.
Linkerhand bovenaan je stick.
Alle vingers om de stick, inclusief de duim.

Foto 6 (bron: Norbert Nederlof)

Rechterhand
Shake hands-greep, alle vingers om de stick.
Rechter wijsvinger wijst langs de stick.
De stick draait in de rechterhand.

Beide handen
Uit elkaar: ongeveer drie handen tussenruimte.

Technieken
Aannemen – lange slag – Indian Dribble – push – reverse – shuffle, et cetera.

De linkerhand is de draaihand, de rechterhand de stuurhand (foto 7 en 8). Deze greep moet in de eerste jaren continu worden gecorrigeerd. Dit vereist veel kennis en aandacht van de trainers. Men heeft het over spelend leren, maar aandacht voor de greep gaat niet spelenderwijs, zeker niet als de speler een fout dreigt in te slijpen. Als hierop niet wordt gecorrigeerd duurt het nog veel langer om de fout weer te herstellen.

Foto 7: Linkerhand is draaihand (bron: maxfieldhockey.com).

Foto 8: Rechterhand is stuurhand (bron: Daniella Sruoga Photos).

Basisgreep – veelgemaakte fouten
De linkerduim op de stick blokkeert de draai van de linkerpols en geeft druk op de verkeerde vingers wat ten koste gaat van de controle.

Foto 9: De vinger(s) van de linkerhand langs de stick (bron: maxfieldhockey.com).

Foto 10: Beide duimen op de stick (bron: maxfieldhockey.com).

Foto 11: Rechter wijsvinger om de stick in plaats van er langs (bron: Wallingford Hockey Club).

Onderstaande foto’s zijn nota bene gemaakt op een hockeykamp. Jeugdtrainers hebben een enorme verantwoordelijkheid, maar vaak beperkte technische kennis.

Foto 12: De linkerhand zit aan de voorkant van de stick (bron: ussportscamps.com / Nike sports camps).

Foto 13: Vingers van de linkerhand langs de stick (bron: ussportscamps.com / Nike sports camps).

Foto 14 (bron: ussportscamps.com / Nike sports camps):
– Linkerhand vingers langs de stick, in plaats van eromheen.
– Linker wijsvinger langs de stick, rechterduim op de stick.
– Let ook op de linkerhand van de speelster rechts.

Eén van de gevolgen van een verkeerde linkerhand greep is dat spelers de linkerhand gaan overpakken als de stick wordt gedraaid. Dit is een fout die heel moeilijk is te zien en te corrigeren.

Jeugdtrainers hebben een enorme verantwoordelijkheid, maar vaak onvoldoende technische kennis

2 De dubbele V-greep
De dubbele V-greep gebruik je voor het flatsen (foto 15) en de forehand slag (foto 16).
Belangrijk voor trainers om goed te blijven letten op het correct wisselen van basisgreep naar dubbele V-greep. Om die reden gebruik ik vaak oefeningen waar spelers moeten wisselen van de ene naar de andere techniek, en dus van de ene naar de andere greep. Bijvoorbeeld: een slalom (basisgreep), gevolgd door een flats op doel (dubbele V-greep).
Belangrijk is dat trainers weten dat je in sommige gevallen je rechterhand nodig hebt om je greep te kunnen verpakken, bijvoorbeeld van basisgreep naar neutrale greep of naar pannenkoek-greep.

Foto 15: Flatsen (bron: KNHB).

Foto 16: De forehand slag (bron: Daniella Sruoga Photos).

Linkerhand (foto 17)
V-greep, de V tussen de duim en wijsvinger is tegenover de krul van de stick.
Linkerhand boven aan de stick.
Alle vingers stevig om de stick.

Foto 17 (bron: Norbert Nederlof)

Rechterhand
V-greep, alle vingers om de stick.
De V tussen de duim en de wijsvinger iets rechts van de krul.

Beide handen
Aangesloten, geen tussenruimte, De handen werken samen als een geheel.

Technieken
Lange slag – forehand flats.

Dubbele V-greep – veelgemaakte fouten
Een veelgemaakte fout is het niet goed wisselen van basisgreep naar dubbele V-greep. Dit resulteert in een verkeerde greep en om die reden een fout in de uitvoering van de vervolgactie.

Foto 18: Een fout die je gelukkig niet vaak ziet: de rechter wijsvinger ligt langs de stick. De rechter wijsvinger moet bij de dubbele V-greep om de stick.

Foto 19: Handen blijven uit elkaar en sluiten niet goed aan. Erg belangrijk dat hier bij jonge kinderen een correctie op komt (bron: Investec Hockey Academy).

Foto 20: De handen sluiten niet perfect aan terwijl de punt van de stick wel rechtop staat. Dat geeft aan dat de linkerhand-greep goed is  (bron: www.watoceans.org).

Foto 21: Hier zijn de handen iets uit elkaar. De linkerhand-greep is niet geheel terug gedraaid: de stick is licht gesloten (de punt staat niet recht omhoog) waardoor de bal gaat stuiteren.

Foto 22: Een voorbeeld van een perfecte dubbele V-greep. De handen zijn aangesloten en de punt wijst in de richting van de pass (bron: teamusa.org).

– De stick is in de top van de achterzwaai gesloten. De linkerhand is niet goed naar de V-greep gedraaid, waardoor de punt van de stick schuin naar voren wijst in plaats van in de passrichting. De top van de achterzwaai is het beste moment om te beoordelen of de V van de linkerhand goed is geplaatst.

Foto 23: Een voorbeeld van de verkorte greep (bron: Pinterest).
– De stick is in de top van de achterzwaai gesloten, de linkerhand is niet goed naar de V-greep gedraaid, waardoor de punt van de stick schuin naar voren wijst in plaats van in de passrichting. De top van de achterzwaai is het beste moment om te beoordelen of de V van de linkerhand goed is geplaatst.

Ik gebruik vaak oefeningen waar spelers moeten wisselen van de ene naar de andere techniek, en dus van de ene naar de andere greep

3 Pannenkoek-greep

Linkerhand (foto 24)
Bovenaan de stick.
Alle vingers stevig om de stick.
V tegenover de platte kant van de stick.

Foto 24 (bron: Norbert Nederlof)

Rechterhand (foto 25)
Alle vingers om de stick.
De V is ook tegenover de platte kant van de stick.

Foto 25 (bron: FeedYeti.com).

Beide handen (foto 26)
Aangesloten, ze werken samen als een geheel.

Foto 26 (bron: AP Photo / Dario Lopez Mills)

Technieken
Je gebruikt de pannenkoek-greep voor de lage backhand slag of de backhand flats.

Pannenkoek-greep: veelgemaakte fouten

Foto 27: De handen zijn niet goed gewisseld van basisgreep naar pannenkoek-greep: de handen zijn nog uit elkaar terwijl ze aangesloten moeten zijn! (bron: thetopofthed.com)

Foto 28: Het is onmogelijk om op deze manier beide handen te laten samenwerken (bron: www.stuff.co.nz /lightbox/sport/photos).

Foto 29: Ook op internationaal topniveau zie je het soms: de rechter wijsvinger ligt op de stick (bron: www.fih.ch).

4 Neutrale greep
De neutrale greep of open greep gebruik je voor het verdedigende duel, de stuiter dribbel of bijvoorbeeld de backhand slide.

Linkerhand (foto 30)
V-greep boven aan de stick.
Alle vingers stevig om de stick.
De V tussen duim en wijsvinger tegen over de platte kant van de stick.

Foto 30 (bron: Norbert Nederlof)

Rechterhand (foto 31)
Shake hands-greep: alle vingers om de stick.

Foto 31: Shake hands-greep

Beide handen (foto 32)
Uit elkaar: ongeveer twee handen tussenruimte.

Foto 32 (bron: © AP).

Technieken
Backhand slide.
Uitgangspositie voor de verdedigende 1 tegen 1.
Scoop.
Bal hooghouden.

Het voordeel van de open greep is dat je vanuit deze neutrale positie zowel makkelijk weer terug kunt naar de basisgreep als naar een eenhandige greep voor bijvoorbeeld het spelen van de steal.
Naast deze vier basisgrepen is er nog een aantal andere grepen in het hockey:
– De verkorte greep, die meer cultuurafhankelijk is. Deze wordt wel in Argentinië en Australië gebruikt, maar in Europa niet.
– De eenhandige greep, voor alle eenhandige technieken, zoals het eenhandig drijven (foto 33), de steal (foto 34) en de bloktackles.

Foto 33: Het eenhandig drijven (bron: Field Hockey Canada).

Foto 34: De steal.

Trainers moeten kennis hebben van alle grepen, hoe ze te gebruiken en in staat zijn de analyse te maken

Slot
Hockey is een zeer technische sport. Stel daarom zo lang mogelijk uit je spelers vol te proppen met tactische informatie terwijl ze technisch niet in staat zijn allereerst een bal bij zich te houden en vervolgens netjes te kunnen afspelen of aannemen. Als trainers zullen we er voor moeten zorgen dat alle technieken goed worden aangeleerd.
Cruciaal in het aanleren van een techniek is de greep en het wisselen van de ene naar de andere greep. Hier gaat het meestal fout. Trainers moeten kennis hebben van alle grepen, hoe ze te gebruiken en in staat zijn de analyse te maken bij kinderen bij wie het van nature niet vanzelf gaat. Dat is een grote, maar uiteindelijk heel dankbare, verantwoordelijkheid.

Bronnen
– Nederlof, N. (2001) Handboek technieken

  • Hockeyvisie
Bekijk alle hockey visies

Deel deze pagina