Train the brain – Het brein verdient onze continue aandacht – Deel 2

Cognitieve training is een manier van trainen waarvan diverse experts (topcoaches, topsporters en wetenschappers) geloven dat dit een positieve invloed kan hebben op de ontwikkeling van sporters. Er zijn inmiddels diverse trainingsprogramma’s op de markt die beweren dat sporters daar ook daadwerkelijk beter door gaan sporten. Wetenschappelijk bewijs hiervoor is echter schaars. Voor mijn afstuderen heb ik de mogelijkheid gekregen om dit bij de KNVB te onderzoeken. Dit onderzoek is inmiddels afgerond en in dit artikel geef ik een terugkoppeling over de resultaten.

Het beslissende doelpunt van Kelly Jonker
Het was weer een fantastische hockeyzomer. Bij zowel de heren als de dames werd het Europees kampioenschap in de wacht gesleept. De Nederlandse heren wonnen na een 0-2 achterstand met 4-2 van de Belgen en de Nederlandse hockeydames wonnen met 3-0 van onze zuiderburen. Het doelpunt dat mij van die wedstrijd het meest is bijgebleven is de 2-0 van Kelly Jonker. Niet alleen omdat dit in het vierde kwart het beslissende doelpunt was, maar de manier waarop dit tot stand kwam en hoe ze zichzelf, na een misslag, razendsnel corrigeerde en alsnog wist te scoren.

KNHB/Koen Suyk

Voor iedereen die zich dit doelpunt niet exact meer kan herinneren nog even een beschrijving. Margot van Geffen gaf de bal vanaf de zijkant voor, die aan iedereen voorbij ging, behalve aan Kelly Jonker. Zij probeerde de bal ineens op het doel te schieten, maar raakte de bal helemaal verkeerd waardoor de bal ruim een meter de lucht in vloog. Kelly Jonker reageerde in een split-second op de vernieuwde situatie en kon de bal nog voor deze de maximale hoogte bereikte tegen de touwen slaan. Philip Kooke, commentator bij deze wedstrijd, gaf vervolgens een passende beschrijving van het doelpunt: “Mist Jonker in eerste instantie, maar geeft ze zichzelf onbedoeld een herkansing, die dan zeer bedoeld wel tegen de touwen gaat”.

“Mist Jonker in eerste instantie, maar geeft ze zichzelf onbedoeld een herkansing, die dan zeer bedoeld wel tegen de touwen gaat” – Philip Kooke

Wat speelt zich af in het hoofd van Kelly Jonker?
Nadat Kelly Jonker de bal verkeerd raakte moet ze in eerste instantie razendsnel reageren op de veranderde situatie. Daarbij wordt de vernieuwde informatie goed ingeschat en snel verwerkt. En wordt irrelevante van relevante informatie gefilterd. Waarna ze een beslissing maakt die haar, mede gebaseerd op eerdere ervaringen en visuele waarneming, op dat moment het beste lijkt. En dat gebeurt allemaal tussen de tijd dat ze de bal verkeerd raakt en de bal in het doel slaat op een snelheid die ons, normale stervelingen, ver boven de pet gaat.

De cursief aangegeven vaardigheden zijn cognitieve vaardigheden die haar geholpen hebben dit doelpunt tot stand te brengen. Cognitieve vaardigheden zijn vaardigheden die te maken hebben met het opnemen en verwerken van informatie. Uit recent onderzoek blijken cognitieve vaardigheden trainbaar, maar wel tot een zekere hoogte. Niet elk brein kan omgetoverd worden tot het brein van Kelly Jonker, hoe veel je ook traint. Dit heeft te maken met potentie. Potentie is genetisch bepaald en dus voor iedereen verschillend. Zie voor meer informatie hierover deel 1 (https://www.knhb.nl/kenniscentrum/hockey-visie/train-the-brain-het-brein-verdient-onze-continue-aandacht)

KNHB/Koen Suyk

“… op een snelheid die ons, normale stervelingen, ver boven de pet gaat”

Welke methoden zijn er?
Sporters die op hoger niveau actief zijn in hun sport, scoren beter op diverse cognitieve taken. Ook blijken cognitieve vaardigheden een succesindicator te zijn om te zien of iemand potentie heeft goed te worden in de sport (1). In het nieuwe en veel besproken beleidsplan van de KNVB worden cognitieve vaardigheden ook genoemd als een succesindicator om talent te herkennen. Daarnaast blijk je deze vaardigheden ook te kunnen trainen (2, 3). Er zijn inmiddels diverse cognitieve trainingsmethoden op de markt, die beweren dat je door hun training cognitief beter gaat functioneren of zelfs beter gaat sporten. Wetenschappelijk bewijs hiervoor is echter schaars, niet betrouwbaar of zelfs negatief. Denk hierbij aan de braintraining apps (apps waarbij je bijvoorbeeld geheugenspelletjes e.d. doet) voor op je telefoon tot trainingsmethoden met de Neurotracker die onder andere bij Manchester United wordt gebruikt.

De methoden waarvan enig bewijs is, zoals bijvoorbeeld Intelligym (4), zijn niet sportspecifiek en worden ver van het sportveld, in een lab of thuis, achter een computer gedaan. Trainer/coaches en spelers hebben maar een beperkte hoeveelheid tijd tot hun beschikking en ze kiezen dan eerder voor een hockeytraining dan voor een andere training. Hiervoor kunnen deze cognitieve trainingsmethoden uitkomst bieden, omdat deze training geen fysieke arbeid vereist en dit niet in de trainingsuren hoeft te worden geïntegreerd.

Een andere overweging is om deze cognitieve training in de normale hockeytraining te integreren. Op deze manier heeft de trainer/coach grip op wat er gebeurt, zonder dat er een externe expert, die ver van het sportveld bezig is, aan te pas komt. Vanwege mijn interesse hierin en het zeer geringe bewijs voor soortgelijke methoden, wilde ik mijn afstudeeronderzoek hier graag op richten. Deze kans heb ik gekregen bij de KNVB waar ik afgelopen semester mijn onderzoek tot uitvoering heb gebracht. Hier wilde ik een eerste aanzet doen naar het onderzoeken van een praktische interventie, uitgevoerd op het trainingsveld door de eigen trainer/coach.

KNHB/Willem Vernes

Het onderzoek
Gedurende twaalf weken hebben 23 participanten van gemiddeld 16,05 (SD 0,40) jaar meegedaan aan het onderzoek. De participanten waren actief in twee teams. Team A is actief op gemiddeld amateurniveau en Team B is een erkend talententeam en actief op het hoogste nationale niveau. Binnen de teams zijn spelers willekeurig ingedeeld in de experimentele groep of controlegroep. Uiteindelijk zaten er in totaal 12 spelers in de experimentele groep en 11 spelers in de controlegroep. Tijdens de uitvoering van het onderzoek worden de elftallen tijdens de warming-up opgesplitst waarbij de controlegroep de warming-up doet, die ze normaal ook zou doen en de experimentele groep oefenvormen met daarin een cognitieve component.
De cognitieve vaardigheden waarop ik me heb gericht zijn:
Cognitieve flexibiliteitHet vermogen om van aanpak te veranderen
Het is lekker weer wanneer de wedstrijd van start gaat, maar in het derde kwart begint het ineens
hard te regenen. De conditie van het veld verandert en de bal reageert er anders op: ben je in
staat je aan te passen aan de veranderde omstandigheden?
Responsinhibitie – Het vermogen om gedrag te remmen
Jij hebt de bal en wil die naar je medespeler passen. Je maakt je al klaar voor de beweging en
op het allerlaatste moment zie je dat de tegenstander in de ballijn komt om de bal te
onderscheppen. Ben je dan nog in staat om je gedrag in te houden en die pass niet te geven?
– Reactievermogen – Het vermogen om snel te reageren
Het is druk in de cirkel van de tegenstander en omdat de pass van de verdediger via een stick van
richting wordt veranderd, komt deze plots tussen jou en de keeper: wie kan er als eerste bij?

Gedurende deze twaalf weken wordt deze interventie 3 keer per week tijdens de training uitgevoerd, gedurende ongeveer 20 minuten per training (gelijk aan de tijd van de warming-up).

Geïncludeerde oefenvormen waaraan je moet denken zijn oefeningen waarbij de taak verandert na een auditief of visueel signaal. Het is de bedoeling je hier zo snel mogelijk op aan te passen, waarbij je er voordeel uithaalt ten opzichte van je tegenstander. Hieronder volgt een oefenvorm die onderdeel was van de interventietraining.

Er zijn 4 doeltjes uitgezet, elk met een eigen kleur (rood, blauw, groen en geel). Binnen dit speelveld wordt er 2v2 gespeeld, oftewel team Geel tegen team Wit. De coach (C) speelt de bal in het midden van het speelveld en de teams sprinten naar de bal toe. Op het moment dat de spelers in de buurt van de bal zijn benoemt de coach een kleur. Wanneer de coacht een kleur benoemt, dient er in een bepaald doel gescoord te worden. De partij die de bal niet heeft dient dat doel vanzelfsprekend te verdedigen.

Coaching: Rood – Er dient in het rode doel gescoord te worden.
Coaching: Groen – Er dient in het groene doel gescoord te worden.
Coaching: Blauw – Er dient in het gele doel gescoord te worden.
Coaching: Geel – Er dient in het blauwe doel gescoord te worden.

Differentiatiemogelijkheden:
– Partijgrootte aanpassen
– Hoeveelheid kleuren doeltjes aanpassen, bijv. 6 of 8 doeltjes
– De coach kan gedurende de partij, dus nadat hij al een kleur benoemd heeft, een nieuwe kleur benoemen.

Figuur 1 – oefenvorm 2v2

De conditie van het veld verandert en de bal reageert er anders op: ben je in staat je aan te passen aan de veranderde omstandigheden?

Voorafgaand aan en na afloop van de twaalfweekse interventie worden alle spelers getest. Om te kijken of de experimentele groep daadwerkelijk vooruit is gegaan op de betreffende cognitieve vaardigheden ten opzichte van de controlegroep, wordt er een neuropsychologisch onderzoek gedaan (Attention Network Test). Omdat ik ook wilde weten of ze er daadwerkelijk beter door zijn gaan voetballen hebben we een sport specifieke beslissingsvaardigheidstest afgenomen middels een Virtual Reality Bril.

En werkt het?

Op zowel het neuropsychologisch onderzoek als de sportspecifieke beslissingsvaardigheidstest zijn geen significante verschillen gevonden. Dit heeft wellicht mede te maken met de relatief kleine onderzoekspopulatie in combinatie met de korte looptijd. Ondanks dat de verschillen niet significant waren, zijn de resultaten wel positief en kan er van een interactie op de beslissingsvaardigheidstest worden gesproken (F(1,17)= 2,772; p=,114; h2=,140) en van een trend op het neuropsychologische onderzoek (F(1,20)=3,747; p=,067; h2=,158), zie onderstaande grafieken.

Figuur 2: grafieken resultaten

Deze resultaten bieden voldoende houvast om een eventueel vervolgonderzoek te starten met een grotere populatie en een langere looptijd, zodat je er echt iets over kan zeggen. Wetenschappelijk kunnen er geen harde conclusies uit worden getrokken, maar gezien de geringe omvang van soortgelijke onderzoeken draagt het toch bij aan de kennis die we hierover hebben en kan het wellicht een basis zijn van hopelijk meer onderzoek.

Samenvattend
Cognitieve vaardigheden blijken belangrijk te zijn bij het op hoog niveau uitvoeren van je sport. Het doelpunt van Kelly Jonker is een mooi voorbeeld hoe cognitieve vaardigheden hier een rol in spelen. Er zijn verschillende cognitieve trainingsinterventies op de markt waarbij er een onderscheid gemaakt kan worden tussen arbeidsintensieve- en computerinterventies die beide voor- en nadelen hebben. Voor mijn onderzoek is gekozen voor een arbeidsintensieve interventie uitgevoerd door de eigen trainer/coach gedurende de normale training. Ondanks dat de resultaten niet significant waren, vanwege de kleine onderzoekspopulatie en korte looptijd, kan er wel gesproken worden over een positieve trend. Vervolgonderzoek, gedurende een langere looptijd en grotere populatie, moet hier meer uitsluitsel over geven.

Literatuurverwijzing
1 Vestberg, T., Gustafson, R., Maurex, L., Ingvar, M., & Petrovic, P. (2012). Executive Functions Predict the Success of Top-Soccer Players. PLoS One 7(4): e34731. doi:10.1371/journal.pone.0034731.

2 Appelbaum, L.G., Cain, M.S., Schroeder, J.E., Darling, E.F., & Mitroff, S.R. (2012). Stroboscopic visual training improves information encoding in short-term memory. Attention, Perception & Psychophysics 74(8): 1681-91. doi: 10.3758/s13414-012-0344-6.

3 Morrison, A.B., & Chein, J.M. (2011). Does working memory training work? The promise and challenges of enhancing cognition by training working memory. Psychonomic Bulletin & Review Journal 18(1): 46-60. doi: 10.3758/s13423-010-0034-0.

4 Savelsbergh, G.J.P. (2017). Football Intelligym Efficacy Analysis: PSV Eindhoven and AZ Alkmaar Football Academies. Zenodo. doi.org/10.5281/zenodo.268696.

  • Hockeyvisie
Bekijk alle hockey visies

Deel deze pagina