Nieuwe subsidieregeling voor amateursportverenigingen – wat betekent dit voor jouw vereniging?

Per 1 januari 2019 wijzigt de btw-sportvrijstelling. Vanaf dat moment is er een nieuwe subsidieregeling voor amateursportverenigingen van kracht; de ‘Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties’.

Wat gaat er nu precies veranderen en wat betekent dit voor jouw vereniging? We hebben de meest gestelde vragen en antwoorden over dit onderwerp voor jou gebundeld in onderstaand (downloadbaar) document én iedere vraag en antwoord afzonderlijk op deze pagina gepubliceerd.

Downloaden en printen? Klik op onderstaand document:

Of lees de vragen en antwoorden hieronder:

Veelgestelde vragen

Nieuwe subsidieregeling voor amateursportverenigingen

1. Wat betekent vrijstelling van btw?

Dit betekent geen heffing (in rekening brengen) van btw, maar óók geen recht op vooraftrek van btw.

2. Wat verandert er in de btw-vrijstelling per 1 januari 2019?

Om sport en beweging te stimuleren, hoeven sportverenigingen op dit moment al geen btw te heffen op een aantal diensten die zij bieden aan hun leden. Deze btw-sportvrijstelling (11.1.e) wordt met ingang van 1 januari 2019 verruimd.
Dit betekent dat er meer diensten onder deze btw-vrijstelling gaan vallen, te weten:

- diensten verricht door sportverenigingen aan niet-leden
- de terbeschikkingstelling van accommodaties

3. Waarom moet de btw-sportvrijstelling worden verruimd?

Door een besluit van het Europese Hof van Justitie in december 2013 in het arrest Bridport is geoordeeld dat de btw-vrijstelling voor nauw met sportoefening samenhangende diensten door een niet-winstbeogende instelling zowel geldt voor prestaties aan leden als aan niet-leden. Omdat in de Nederlandse btw-wettekst onderscheid wordt gemaakt tussen prestaties aan leden en niet-leden was de Nederlandse btw-sportvrijstelling niet meer in lijn met het arrest Bridport.

4. Wat betekent dat het ter beschikking stellen van accommodaties onder de btw-vrijstelling komt te vallen?

De aanpassing per 1 januari 2019 leidt er toe dat het gelegenheid geven tot sportbeoefening (zonder winstoogmerk) vrijgesteld is van heffing van btw. Dat geldt dus zowel voor sportverenigingen als gemeenten, commerciële instellingen en stichtingen.

5. Diverse sportstichtingen hebben nu wel recht op vooraftrek van btw. Wordt dit gecompenseerd?

Dit recht op vooraftrek kan niet meer via de btw-wetgeving worden gerealiseerd.
Om het nadeel van het niet meer hebben van dit recht op vooraftrek te compenseren zijn door het ministerie van VWS twee subsidieregelingen geïntroduceerd:

- één voor gemeenten: Specifieke Uitkering Sport, ook wel de SPUK genoemd
- één voor amateursportorganisaties

6. Welke subsidieregelingen worden geïntroduceerd naar aanleiding van de verruiming van de btw-sportvrijstelling?

Er worden twee subsidieregelingen geïntroduceerd:
- één voor gemeenten: Specifieke Uitkering Sport, ook wel de SPUK genoemd
- één voor amateursportorganisaties

7. Wat zijn de hoofdlijnen van de subsidieregeling voor gemeenten (SPUK)?

De hoofdlijnen van de subsidieregeling voor gemeenten (SPUK) zijn:

a. subsidie voor investeringen in hardware (bouw en onderhoud van accommodaties) en exploitatie van sportaccommodaties. Voor beiden geldt: er mag geen recht op aftrek van btw zijn
b. activiteiten beginnen vanaf 1 januari en duren tot en met 31 december 2019
c. subsidie is maximaal 17,5% van de bestedingen, inclusief btw
d. gemeenten vragen online aan van 15 oktober tot 1 december 2018
e. regeling heeft een budget van € 152 miljoen (2019)

8. Wat zijn de hoofdlijnen van de subsidieregeling voor amateursportorganisaties?

De hoofdlijnen van de subsidieregeling voor amateursportorganisaties zijn:

a. subsidie voor kosten voor bouw, onderhoud van sportaccommodaties en het beheer ervan en de aanschaf en onderhoud van sportmaterialen
b. activiteiten beginnen vanaf 1 januari 2019
c. een activiteit mag niet óók gesubsidieerd worden door de SPUK
d. subsidie is 20% van de bestedingen inclusief btw met een aanvullende subsidie van 15% van de kosten van maatregelen voor energiebesparing en toegankelijkheid
e. subsidieaanvraag moet minimaal € 5.000 zijn en mag niet hoger zijn dan € 2,5 miljoen per kalenderjaar
f. amateursportorganisaties vragen online aan vanaf 2 januari 2019 tot uiterlijk einde jaar
g. regeling heeft een subsidie van € 87 miljoen (2019)

9. De andere regel is voor amateursportorganisaties, wat zijn dit?

Een amateursportorganisatie is een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk, die als doelstelling heeft om sportaccommodaties ter beschikking te stellen aan de amateursport voor lokale gebruikers. Dit kan een sportorganisatie zijn die rechtstreeks de mogelijkheid tot sporten aanbiedt aan personen, maar ook een organisatie die alleen de sportaccommodatie ter beschikking stelt aan de sportorganisatie.

10. Wat is de looptijd van de subsidieregeling voor amateursportorganisaties?

De subsidieregeling gaat in op 1 januari 2019 en eindigt met ingang van 1 januari 2024.

11. Is voor deze subsidieregeling de rechtsvorm van de aanvrager relevant?

De rechtsvorm van de amateursportorganisatie is niet relevant om vast te stellen of een beroep kan worden gedaan op de subsidieregeling.

12. In 2018 werden investeringen gedaan door "de" stichting. Is de stichting nu ook verantwoordelijk voor de aanvraag van de nieuwe subsidieregeling?

Deze subsidie kan door zowel de stichting als door de vereniging worden aangevraagd.

13. Wat is amateursport?

Met amateursport worden activiteiten bedoeld op het gebied van sport die niet worden uitgeoefend in loondienst of als bezoldigde dienst, ongeacht of er een formele arbeidsovereenkomst is opgesteld tussen de sportbeoefenaar en de sportorganisatie. De kwalificatie als amateursportorganisatie wordt gecontroleerd aan de hand van de SBI-codes die zijn vermeld in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en zijn weergegeven op een uittreksel van de Kamer van Koophandel.

14. Welke SBI-code moet mijn hockeyvereniging hebben om subsidie te kunnen aanvragen?

Er zijn twee codes van belang voor hockeyverenigingen:

- 93122  Veldsport in teams (geen voetbal)
- 93142  Zaalsport in teamverband

15. Wat moet ik doen als op mijn actuele uittreksel van de Kamer van Koophandel niet de juiste codes staan?

De KNHB heeft medio 2018 de Kamer van Koophandel verzocht centraal de aanwezigheid van de juiste codes te controleren bij alle hockeyverenigingen. Indien toch niet de juiste codes op het uittreksel staan kun je het uittreksel mailen naar ledenadministratie@knhb.nl.

16. Mag een stichting de vereniging nog de hockeyvelden ter beschikking stellen en hier in 2019 9% btw over in rekening brengen?

Nee, dit mag in 2019 niet meer. Het ter beschikking stellen van accommodatie valt onder de btw-sportverruiming.

17. Door de verruiming van de sportvrijstelling kan het zijn dat activiteiten die nu btw-belast zijn, in de toekomst btw-vrijgesteld zijn, omdat ze dan binnen het bereik van de sportvrijstelling vallen. Heeft dit invloed op de herziening van btw op investeringsgoederen?

De herzieningsbepalingen zijn niet van toepassing indien louter als gevolg van de uitbreiding van de sportvrijstelling de btw-behandeling van de activiteiten wijzigt van btw-belast naar btw-vrijgesteld. Dit heeft tot gevolg dat onder de huidige wetgeving geclaimde btw-aftrek in stand blijft.
Er is ook voorzien in een overgangsregeling op basis waarvan het onder voorwaarden nog mogelijk is btw-aftrek te claimen in 2019. Het moet dan gaan om een koop-aanneemovereenkomst voor de bouw van een nieuwe sportaccommodatie, waarvan de bouw vóór 1 januari 2019 is aangevangen en er op dat moment aftrekrecht bestond. Het feit dat vanaf 1 januari 2019 de sportvrijstelling geldt, wordt in dat specifieke geval genegeerd.

18. Geldt de sportvrijstelling ook als met de activiteiten winst wordt beoogd?

Nee, de sportvrijstelling geldt na 1 januari 2019 niet als met de activiteiten winst wordt beoogd.

19. Wanneer is sprake van winst beogen?

Dit is in de toelichting op het begrip door de wetgever gedefinieerd als wanneer er géén sprake van winst beogen:

"als er enkel een exploitatieoverschot wordt behaald als gevolg van (directe of indirecte) bijdragen van derden (bijvoorbeeld een subsidie). Het is de bedoeling dat alleen ‘werkelijk’ commerciële exploitanten buiten het bereik van de sportvrijstelling blijven, activiteiten van algemeen belang wenst de wetgever onder de sportvrijstelling te krijgen.
Ook is er géén sprake van winst beogen als een sportorganisatie direct of indirect een sportaccommodatie (of een gedeelte van een sportaccommodatie) ter
beschikking krijgt gesteld van een publiekrechtelijk lichaam (bijvoorbeeld een gemeente) en dit publiekrechtelijk lichaam niet ten minste de integrale kosten doorberekent aan de sportorganisatie. Door deze bepalingen zal het voor sportinstellingen die gelieerd zijn aan een publiekrechtelijk lichaam c.q. subsidies ontvangen lastig worden buiten het bereik van de sportvrijstelling te blijven."

20. Mag de gemeente bij het ter beschikking stellen van een veld of zaal in 2019 9% btw in rekening brengen?

Nee, de gemeente valt ook onder de btw-sportverruiming en mag vanaf 2019 geen btw in rekening brengen voor het ter beschikking stellen van accommodaties.

21. Wat moet ik doen als de gemeente/een sportbedrijf wel btw in rekening brengt voor het ter beschikking stellen van een accommodatie?

Hiervoor is niets centraal geregeld. Daarom zal de sportorganisatie zelf contact op moeten nemen met de gemeente/het sportbedrijf om aan te geven dat dit niet juist is.

22. Is gelegenheid geven tot sportbeoefening nog mogelijk na 1 januari 2019?

Dit is alleen nog mogelijk voor exploitanten die met hun activiteiten winst beogen.

23. Valt de kale verhuur van een sportaccommodatie na 1 januari 2019 binnen het bereik van de btw-sportvrijstelling?

Nee, de kale verhuur van een sportaccommodatie zal niet binnen het bereik van de sportvrijstelling gaan vallen. Vanuit btw-perspectief is de verhuur van een sportaccommodatie een andere prestatie dan gelegenheid geven tot sportbeoefening.
Verhuur is in beginsel eveneens vrijgesteld van btw, tenzij de huurder de sportaccommodatie gebruikt voor minimaal 90% btw-belaste activiteiten (denk aan een commerciële/winst-beogende exploitant). Voor sportverenigingen zal dit niet het geval zijn.

24. Is het doen van btw-aangifte in 2019 dan nooit meer nodig?

Mogelijk moet wel btw-aangifte worden gedaan voor fondsvorming. In de btw geldt voor sportverenigingen een vrijstelling om aangifte te doen voor fondsvorming tot bepaalde grensbedragen voor leveringen en diensten. Hieronder vallen bijvoorbeeld de opbrengsten van entreegelden, sponsoring en kantine.
Indien de opbrengsten uit fondsvorming boven het betreffende grensbedrag uitkomen, moet btw-aangifte worden gedaan.

25. Wat zijn de grensbedragen per kalenderjaar voor de vrijstelling fondswerving (art. 11-1-v)?

De grensbedragen zijn als volgt vastgesteld:

- leveringen: € 68.067 (kantine, clubkleding e.d.)
- diensten: € 50.000 (sponsoring, entreegelden e.d.)

Als deze grenzen worden overschreden is het gehele bedrag aan leveringen of diensten belast met btw. De grensbedragen zijn onafhankelijk van elkaar.
Ook hier geldt: indien btw wordt afgedragen bestaat ook recht op vooraftrek van btw over de in rekening gebrachte kosten behorend bij de leveringen of diensten.

26. Tot en met 2018 heeft de mijn vereniging nooit btw-aangifte gedaan. Kan nu wel gebruik gemaakt worden van de subsidieregeling?

Ja, als voldaan wordt aan de voorwaarden voor subsidie kan deze worden aangevraagd.

27. Wat komt voor subsidie in aanmerking?

De subsidie wordt verstrekt voor de bouw of het onderhoud van sportaccommodaties, het beheer ervan en de aanschaf of het onderhoud van sportmaterialen. Voor de SPUK (de subsidieregeling voor gemeenten) is een uitwerking beschikbaar met informatie over kostenposten. Deze uitwerking is te vinden via bij de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen.

Voor de subsidie voor de amateursportorganisaties bekijkt VWS of in bovenstaande regeling wijzigingen moeten worden aangebracht of niet. Bovenstaande specificatie geeft derhalve slechts een indicatie.  Wij verwachten medio december 2018 hier meer duidelijkheid over te krijgen en aan de verenigingen te kunnen geven.

 

28. Wat is de maximale periode waarover subsidie wordt verstrekt?

De maximale periode is drie jaar. Dit omdat de gemiddelde duur van een bouwproject in de sport anderhalf jaar is. Met de termijn van drie jaar hebben sportorganisaties ruim de tijd om een subsidiabel project af te ronden

29. Wat is een sportaccommodatie?

Een sportaccommodatie is gedefinieerd als een voorziening, bestemd en in gebruik voor activiteiten op het gebied van amateursport. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan: sporthallen, sportvelden, multizalen, maneges, atletiekbanen, wielerbanen of dojo’s.

30. Is er een nadere onderbouwing van bouw, onderhoud en sportmaterialen?

Voor onderhoud is nog geen nadere onderbouwing voorhanden. Duidelijk is dat inkoopfacturen hiervoor beschikbaar moeten zijn, maar niet duidelijk is wat wel en wat niet mag.
Bij sportmaterialen zijn als voorbeelden genoemd: klimrekken, trampolines of doelen, maar bijvoorbeeld ook de aanschaf van nieuwe ballen, discussen of matten. Voor bouw worden voorbeelden gegeven als aanleg van kunstsportvelden, sporthallen en kleedkamers.

31. Kan een sportorganisatie die nu over facturen btw kan terugvorderen voor al die facturen subsidie aanvragen?

Nee, over kosten als gas, water en licht mag vanaf 2019 geen btw worden teruggevorderd. Om duurzaamheid te stimuleren kan over investeringen hiervoor wel een aanvullende subsidie van 15% worden aangevraagd.

32. Kan er subsidie worden aangevraagd voor vernieuwing van het clubhuis en - meer specifiek - de kantine?

Nee, want alleen activiteiten waarvoor geen recht op aftrek van btw bestaat, komen voor subsidie in aanmerking. Dus ook als onder het grensbedrag voor de btw-plicht wordt gebleven, bestaat geen recht op subsidie.
Indien de omzet uit de kantine boven het grensbedrag uitkomt, kan de in rekening gebrachte btw over de vernieuwing van de kantine worden teruggevorderd.

33. Hoe wordt omgegaan met gemengde kosten? Bijvoorbeeld kosten die toerekenbaar zijn aan zowel de sportvelden en -zalen als de btw-belast geëxploiteerde horecagelegenheid?

Voor kosten die toerekenbaar zijn aan de sport geldt de subsidieregeling wel.
Voor kosten die niet rechtstreeks toerekenbaar zijn (algemene kosten), zal dit betekenen dat er een pro rata verdeling van de kosten moet worden gemaakt waarbij enerzijds een recht op aftrek van btw bestaat (horeca-exploitatie) en anderzijds een recht op subsidie bestaat (vrijgesteld gebruikte sport). In de praktijk wordt vaak uitgegaan van een verdeelsleutel op basis van werkelijk gebruik (bijvoorbeeld de verhouding in vierkante meters).
Naar verwachting geeft de nog komende toelichting op bouw, onderhoud en materialen hier de komende maanden, uiterlijk eind december 2018, duidelijkheid over.

34. Het budget van de subsidie is € 87 miljoen voor 2019. Hoe wordt dat budget verdeeld?

Het bedrag dat beschikbaar is voor subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de (complete) aanvragen.

35. Hoe wordt gehandeld bij een heel forse overvraag?

Het totaal aan aanvragen van de SPUK (de subsidieregeling voor gemeenten) is eind december 2018 bekend. Dan kan een nadere inschatting voor het totaalbedrag van de SPUK en subsidie voor amateursportorganisaties worden bezien. Gedurende de gehele periode van 2019 zal het totaal van de aanvragen nauwlettend worden gevolgd en besproken tussen de ministeries van Financiën en VWS.

36. Waar kan ik een subsidieaanvraag indienen?

De Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-i) van het Ministerie van VWS wordt de uitvoerder van de regeling. Medio december 2018 hebben zij een online aanvraagformulier uitgewerkt. Wanneer hier meer informatie over beschikbaar is, worden sportorganisaties hierover geïnformeerd. Je kunt een subsidieaanvraag indienen vanaf 2 januari 2019.

37. Komen nog te betalen deeltermijnen van een in 2018 gegeven bouwopdracht in onroerende zaken die in 2018 worden gebruikt voor diensten die onder de huidige btw wetgeving is belast met btw in aanmerking voor subsidie en wat betekent dit voor de herzieningstermijn?

Voor deze situatie geldt de eerste overgangsbepaling:
Het eerste lid van artikel XXV ziet toe op de situatie die zich kan voordoen bij de bouw van een onroerende zaak waarvan is beoogd dat deze zal worden gebruikt voor diensten die onder de huidige wetgeving zijn belast met btw, maar die als gevolg van de verruiming van de sportvrijstelling met ingang van 1 januari 2019 - na inwerkingtreding van het onderhavige voorstel - zullen vallen in de sportvrijstelling.

Indien de bouw is aangevangen voor 1 januari 2019 en er resterende termijnen zijn die betaald moeten worden in 2019, zou het mogelijk kunnen zijn dat de btw die in rekening wordt gebracht over die laatste termijnen niet meer kan worden afgetrokken op grond van de verruiming van de sportvrijstelling met ingang van 1 januari 2019, na inwerkingtreding van het onderhavige voorstel. Immers de ter beschikkingstelling van de sportaccommodatie die wordt gebouwd kan dan vallen onder de vrijstelling en de kosten die daaraan zijn toe te rekenen derhalve ook. Dit leidt tot onverwachte financiële nadelen wanneer bij het sluiten van de koop- aanneemovereenkomst is uitgegaan van btw-belast gebruik en dus recht van aftrek van voorbelasting en er – vanwege de start van de bouw voor 1 januari 2019 – ook geen gebruik kan worden gemaakt van de 'Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties'.

Het eerste lid regelt dat voor deze gevallen aftrek mogelijk blijft voor die laatste termijnen in 2019. Dit geldt alleen voor die gevallen waarbij het vervallen van het aftrekrecht louter het gevolg is van de verruiming van de sportvrijstelling.

Voorbeeld
Een sportstichting tekent in mei 2018 een aanneemovereenkomst voor de bouw van een sportaccommodatie. De bouw gaat in oktober 2018 van start en zal in maart 2019 worden opgeleverd. Tijdens de bouw zal aan het eind van elke maand steeds 1/6 deel worden betaald. De sportaccommodatie zal ter beschikking worden gesteld aan sportinstellingen zonder winstoogmerk. De sportstichting kan de voorbelasting die ziet op de kosten in 2018 (3 termijnen) in aftrek
brengen op grond van de huidige wetgeving. Omdat de terbeschikkingstelling niet zoals voorzien belast is met btw maar is vrijgesteld, zou de btw die drukt op de eerste drie termijnen niet aftrekbaar zijn en bovendien moeten worden herzien. Nu wordt afgeweken van de reguliere regels hoeft niet te worden herzien én is de in rekening gebrachte btw op die laatste drie termijnen aftrekbaar.

38. Stel dat een onroerende zaak in 2018 is gebouwd en - volgens de in 2018 geldende btw-wetgeving - 100% btw is afgetrokken, maar het onroerende goed wordt pas in 2019 in gebruik genomen. Geldt in dit geval dan de herzieningstermijn?

Het tweede lid van artikel XXV ziet op de situatie die zich kan voordoen bij de ingebruikname van een onroerende zaak na 1 januari 2019 waarvan is beoogd dat deze zal worden gebruikt voor diensten die onder de huidige wetgeving zijn belast met btw, maar die als gevolg van de verruiming van de sportvrijstelling met ingang van 1 januari 2019, na inwerkingtreding van het onderhavige voorstel.

De regeling komt erop neer dat herziening van afgetrokken omzetbelasting op het tijdstip waarop de sportaccommodatie in gebruik wordt genomen achterwege blijft indien het gewijzigde gebruik van de sportaccommodatie louter het gevolg is van de wijziging van artikel 11 van die wet bij artikel XXIV, onderdeel C, van deze wet.

Indien een deel van het onroerend goed (bijvoorbeeld 20%) wordt gebruikt voor andere met btw belaste activiteiten (niet betrekking hebbend op de btw-verruiming volgens deze wet) en binnen de herzieningstermijn gaat het onroerend goed volledig voor vrijgestelde prestaties worden gebruikt, gelden de reguliere herzieningsregels wel.

39. Vanaf welk moment komen activiteiten voor subsidie in aanmerking?

Activiteiten die op of na 1 januari 2019 plaatsvinden, komen voor subsidie in aanmerking.

40. Gelden er minimale en maximale bedragen aan subsidie per kalenderjaar?

Ja, er gelden minimale en maximale bedragen.  Subsidies van minder dan € 5.000 worden niet verstrekt. Hierdoor geldt dus een minimale investering van € 25.000 inclusief btw. Het maximum aan subsidie bedraagt € 2,5 miljoen voor de subsidiabele activiteiten.

41. Geldt voor iedere hoogte van investering dezelfde aanvraagprocedure?

Nee, er zijn verschillende aanvraagprocedures. Er gelden regels voor investeringen naar gelang het te ontvangen subsidiebedrag, ingedeeld in de categorieën:
- subsidie € 5.000 - € 25.000;
- subsidie €  25.000 - € 125.000;
- subsidie vanaf € 125.000.

42. Hoe ziet de wijze van subsidieverstrekking bij de verschillende - bij vraag 41 genoemde - categorieën eruit?

 

Subsidie € 5.000 - € 25.000 € 25.000 - € 125.000 Vanaf € 125.000
Moment van aanvraag (verlening) Na afloop activiteiten Voor aanvang of na afloop activiteiten Voor aanvang activiteiten
Tijdstip aanvraag na afloop activiteiten Uiterlijk 12 maanden na voltooiing activiteiten Uiterlijk 12 maanden na voltooiing activiteiten N.v.t.
Te gebruiken formulier (online) Door minister vastgesteld formulier (nog onderhanden) Door minister vastgesteld formulier (nog onderhanden) Door minister vastgesteld formulier (nog onderhanden)
Wat aan te leveren bij aanvraag na afloop activiteit Factuur voor de subsidiabele activiteiten op naam van de subsidieontvanger en een betalingsbewijs voor betalingen boven de € 500 waaruit blijkt dat de subsidieontvanger de factuur heeft betaald Factuur voor de subsidiabele activiteiten op naam van de subsidieontvanger en een betalingsbewijs voor betalingen boven de € 500 waaruit blijkt dat de subsidieontvanger de factuur heeft betaald N.v.t.
Termijn om te komen tot vaststelling van de aanvraag bij aanvraag na afloop en daarna betaling 22 weken 22 weken N.v.t.
Wat aan te leveren bij aanvraag vóór aanvang van de periode waarvoor de subsidie wordt aangevraagd N.v.t. Offerte voor de subsidiabele activiteit die op naam is gesteld van de aanvrager Offerte voor de subsidiabele activiteit die op naam is gesteld van de aanvrager en een liquiditeitsprognose
Betaling na besluit tot verlening N.v.t. Een voorschot van het volledige bedrag van de verlening dat gelijkmatig zal worden betaald over het aantal maanden waarvoor de subsidie wordt verleend Een voorschot dat gelijkmatig zal worden betaald over het aantal maanden waarvoor de subsidie wordt verleend
Moment van indienen aanvraag tot vaststelling van de subsidie N.v.t. Uiterlijk binnen 22 weken na de datum waarop de activiteiten waarvoor subsidie is verleend uiterlijk moeten zijn verricht Uiterlijk binnen 22 weken na de datum waarop de activiteiten waarvoor subsidie is verleend uiterlijk moeten zijn verricht
Uitstel mogelijk tot aanvraag tot vaststelling van de subsidie N.v.t. Ja Ja
Te gebruiken formulier (online) voor aanvraag subsidievaststelling N.v.t. Door minister vastgesteld formulier (nog onderhanden) Door minister vastgesteld formulier (nog onderhanden)
Wat aan te leveren bij aanvraag subsidievaststelling door ontvanger subsidie N.v.t. Een factuur/facturen voor de subsidiabele activiteit die op zijn naam staat en een betalingsbewijs voor facturen boven € 500 waaruit blijkt dat hij heeft betaald

Een financieel verslag met een controleverklaring.

Bij aanvullende subsidie geldt tevens dat de leverancier/installateur  van de producten verklaart dat de activiteiten overeenkomstig voorwaarden van deze subsidieregeling zijn verricht

Termijn waarbinnen minister besluit op aanvraag tot vaststelling N.v.t. 22 weken 22 weken

 

43. Waarom kunnen subsidies van € 5.000 - € 25.000 achteraf worden ingediend?

Op deze wijze kunnen meerdere kleinere bedragen worden “gespaard” om zo wel in aanmerking te komen voor subsidie. Subsidies van minder dan € 5.000 worden immers niet verstrekt.

44. Waarom worden subsidies van minder dan € 5.000 niet verstrekt?

Deze subsidie wordt niet verstrekt omdat de uitvoeringskosten anders onevenredig hoog zijn in verhouding tot het subsidiabele bedrag.

45. Wat als een gesubsidieerde activiteit niet doorgaat?

Het niet doorgaan van de activiteit moet worden gemeld. Indien bevoorschotting is opgestart zal het al ontvangen bedrag moeten worden gerestitueerd.

46. Is het nog wel zinvol om een stichting te hebben waarin de accommodatie is ondergebracht?

Deze vraag hebben we behandeld tijdens het webinar op maandag 3 december. Heb je het webinar gemist? Kijk hier terug!

Deel deze pagina