Technisch Management Opleidingen bestaan 10 jaar! – deel 1
Voor het seizoen 2022-2023 staan er twee Technisch Management opleidingen op de agenda: de TM3 (voor Technisch Coördinatoren) en de TM4 (voor Technisch Managers) worden vanaf november gegeven. En dat betekent een jubileum: in 2012 volgden zestien deelnemers de eerste TM3-opleiding.
In een tweeluik kijken Lutger Brenninkmeijer en Carel van der Staak samen met oud-deelnemers terug op de afgelopen 10 jaar en kijken ze vooruit naar de toekomst.
Sportinhoudelijke organisatie binnen verenigingen versterken
Al sinds mensenheugenis organiseert de KNHB opleidingen voor trainers en coaches. In het verleden werd het begeleiden van teams gezien als een ontzettend leuke (vrije)tijdsbesteding. Dat veranderde rond de eeuwwisseling: er kwam steeds meer aandacht voor het belang van goed opleiden en begeleiden van hockeyspelers om hen niet alleen bekwamer als speler te maken maar hen ook als mens te ontwikkelen. Daarnaast werd de hockeysport in Nederland ontzettend populair en verdubbelde in de afgelopen 20 jaar het aantal leden bij de KNHB. Om de nieuwe zienswijze en de grote toestroom van nieuwe leden goed te kunnen faciliteren heeft de KNHB vanuit de visie twee opleidingen ontwikkeld om de sportinhoudelijke organisatie binnen de verenigingen te versterken. Het gekwalificeerd kader wordt opgeleid om trainers en coaches in hun ontwikkeling te ondersteunen en om de kwaliteit van de begeleiding te verhogen. Na jaren van onderzoek en voorbereiding zagen de opleidingen Technisch Coördinator en Technisch Manager het levenslicht. Inmiddels wordt ook gebroed op een opleiding voor Technisch Directeuren.
Tien jaar later hebben meer dan 120 deelnemers het felbegeerde diploma op zak. Zij zijn, over het hele land verspreid, werkzaam bij verenigingen om de visie op opleiden van hockeyspelers vorm te geven en het begeleiden van trainers en coaches structuur te geven. In het kader van het jubileum heb ik als initiator een rondgang gemaakt langs diverse oud-deelnemers om hun ervaringen over de door hen gevolgde TM-opleiding te delen.
Kjeld Crucq uit Vlissingen volgde in 2017-2018 de TM3-opleiding om in het daaropvolgende jaar de TM4-opleiding af te ronden: “Na het volgen van de HT3-opleiding ben ik met mijn toenmalige leercoach gaan kijken wat de juiste vervolgstap zou zijn. Aangezien mijn interesse en werkzaamheden steeds meer aan de beleidskant van het technisch kader (voornamelijk het opleiden en begeleiden van trainers en coaches) kwamen te liggen, heb ik ervoor gekozen om de TM3-opleiding te volgen. Gezien de inhoud van deze opleiding, die mij veel praktische handvatten en theoretische inzichten gaf, heb ik direct daarna ook de TM4-opleiding gevolgd om een verdiepingsslag te maken. Ik merk bij het uitoefenen van mijn functie dat deze opleidingen een grote meerwaarde zijn geweest.”
Lisette Bakker uit Utrecht (TM3: 2019-2020): “Als Technisch Coördinator op Kampong liep ik tegen een aantal zaken aan, bijvoorbeeld: hoe haal je meer uit je trainers en hoe zorg je voor nieuwe aanwas? Dit heb ik aangegeven binnen de club en zij verwezen mij door naar de TM3- opleiding die ik met veel plezier heb gevolgd.”
Hoe pas je jouw kennis toe?
Veel deelnemers zijn nog dagelijks actief op een vereniging om daar het technisch beleid verder vorm te geven en uit te voeren. Dat gaat natuurlijk met de nodige ups en downs. Het is mensenwerk, dus wat houdt jou vooral bezig? Naast de opgedane kennis is ook jouw persoonlijkheid cruciaal: hoe geef je uiting aan jouw functie, hoe pas je jouw kennis toe? Uiteindelijk maakt dat het verschil.
Danny Post (TM3: 2014-2015, TM4: 2016-2017): “Ik zie mezelf niet als een Messias die afkraakt wat er al is opgebouwd en verkondigt dat alles anders moet. Mijn rol is wel om de visie van de club te verwoorden. Denk niet dat je alle wijsheid al in pacht hebt. Blijf je bijscholen middels de opleidingen vanuit de KNHB. Maar ook wanneer je nieuw binnenkomt bij een club: laat je inspireren door de mensen die er al zitten en door het werk dat al is verricht. Leer van elkaar, ongeacht ervaring, leeftijd en opleiding!”
Machiel van der Wolf uit Hoorn (TM4: 2020-2021): “De TM4-opleiding bestaat, naast twaalf workshops, uit vijf praktijk gerichte opdrachten die ik binnen mijn vereniging verder heb uitgewerkt en aan het toepassen ben. Zo is het Technisch Beleidsplan verder ontwikkeld waardoor het nu meer volledig, helder en transparant is. Ook hebben we veel duidelijker voor ogen hoe we het technisch kader willen opleiden en begeleiden. Daar hebben we veel meer structuur aan gegeven waardoor het kader nu echt van een hoger niveau is.”
Scope van verenigingen wordt korter
Zelf heb ik in de afgelopen twintig jaar ervaren dat de scope van de verenigingen steeds korter wordt. Begin deze eeuw kon ik met verenigingen makkelijk een afspraak maken voor drie tot vijf jaar. Vervolgens kwam de financiële crisis. De verenigingen wilden toen niet meer dan een jaar vooruitkijken. Door de financieel onzekere periode, waarin veel sponsoren afhaakten, wisten ze niet of ze zich een jaar later beroepskrachten nog wel konden veroorloven. Deze manier van werken hield helaas ook aan in de periode van economische voorspoed. Door corona minimaliseerde het venster tot een maand, want men wist niet hoe de wereld er over zes weken uit zou zien en of er dan door de vele lockdowns nog wel gesport kon worden.
Van der Wolf vervolgt: “Ik denk dat een vereniging behoefte heeft aan structuur en stabiliteit om duurzaam te kunnen ontwikkelen. Daarvoor heb je mijn inziens beroepskrachten nodig die voor een aantal seizoenen de lijnen uitzetten en de visie uitdragen. Gelukkig gebeurt dat al op veel verenigingen.”
Post: “Zelf heb ik ervaren dat het als Technisch Coördinator heel lastig is om een commitment voor meerdere jaren te krijgen. Het was elk jaar weer opnieuw onderhandelen over het aantal uren, mijn werkzaamheden en over de efficiëntie van mijn handelen. Het zou veel verstandiger zijn als je een meerjarenplan met elkaar afspreekt. Dan kan je pas echt gaan bouwen. Anders blijft het toch al snel beperkt tot het ‘op de toko’ passen.”
De wereld staat niet stil. Nieuwe ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op. De hockeywereld ontkomt daar ook niet aan.
Crucq: “Als kaderlid zou ik meer willen investeren in het pedagogisch en didactisch handelen van zowel trainers als coaches. Blijf verder het hockey technisch gedeelte ontwikkelen en innoveren. Durf als provincie, gemeente en verenigingen meer te investeren in de ondersteuning van sportverenigingen en het daarbij behorend (vrijwillig) kader. Ik voorzie de komende jaren wel nieuwe hockeyvarianten om de sport laagdrempeliger maar ook uitdagender te maken voor bepaalde doelgroepen. Een voorbeeld daarvan is het concept Hockey 5s.”
Bakker: “Daarnaast komt er steeds meer vraag naar multi-sportverenigingen. Dat is, zeker in het kader van de toenemende behoefte aan breed motorisch ontwikkelen, een mooie stap. Ik hoop dat we daar binnen de hockeysport ook over mee gaan denken hoe dat dan bijvoorbeeld zou kunnen. Tot slot hoop ik natuurlijk dat het aanbod Parahockey in Nederland, waar ik mij vooral op richt, nog beter georganiseerd en opgetuigd gaat worden, zeker in het Noorden en Zuiden van het land waar er op dit moment te weinig verenigingen zijn. Zodat over een paar jaar hopelijk ook in die regio competitie gespeeld kan worden.”
Post vult aan: “Zelf merk ik dat de animo voor het vak van trainer en coach tanende is. Het wordt steeds lastiger om nieuw kader te werven maar ook om het huidige kader te behouden. En dat hoor ik ook regelmatig om mij heen. Als ik navraag doe, dan kom ik langzamerhand tot de conclusie dat het vak minder aantrekkelijk wordt. Besturen hebben onvoldoende oog voor de wensen uit het werkveld. Het is lastig een toekomstperspectief te bieden en de financiële mogelijkheden zijn vaak beperkt. Ik heb het idee dat door de hosannastemming van de afgelopen jaren besturen onvoldoende door hebben dat verenigingen wellicht minder aantrekkelijk zijn voor kader dan dat ze denken. Ik zou de KNHB willen adviseren hier meer aandacht aan te geven en te achterhalen wat er daadwerkelijk speelt. Hoe kunnen we dit prachtige vak weer zo op de kaart zetten dat mensen het superleuk vinden om het uit te oefenen en trots zijn op hun functie.”
Energie krijgen door de ontwikkeling van mensen centraal te stellen
Alles overziend krijgen veel Technisch Coördinatoren en Technisch Managers vooral energie door de ontwikkeling van mensen centraal te stellen, en niet de resultaten van het eerste team of het puur sturen op richtlijnen uit een beleidsplan. Weet waar je als club heen wilt, maar zet vooral de mensen in hun kracht. Leer je leden echt kennen. Zoek naar de optimale fit.
Mark Borgers liet al in het Hockeyvisie artikel Oprecht leiderschap maakt het verschil optekenen: Het is net als in een team: je kunt als coach geweldige tactieken verzinnen, maar als je niet die doortastende spits hebt die op de belangrijke momenten de bal achter de keeper legt, dan maak je niet snel het verschil. Specifieke kwaliteiten zorgen voor onderscheid. Daar kan geen papier tegenop. Daarom hoop ik dat besturen de waarde van deze functie nog meer gaan inzien. Dit is geen open sollicitatie, maar wel een oproep naar besturen om te zorgen voor het juiste draagvlak binnen een club: een Technisch Manager is niet een noodzaak, maar een toegevoegde waarde!
Lutger Brenninkmeijer