Met Funkey aan de slag op school

Wat geweldig dat je Funkey op school wilt aanbieden! Als vakleerkracht LO kun je waarschijnlijk goed uit de voeten met de Funkey-oefeningen in het Kenniscentrum, maar ook de gewone docent moet zonder problemen Funkey kunnen aanbieden. Mocht je zelf geen vakleerkracht LO hebben, denk er dan ook eens over na om contact op te nemen met de lokale hockeyvereniging. Wellicht willen zij wel samenwerken en de Funkey-lessen op school verzorgen.

De KNHB heeft een zestal zaalmodules ontwikkeld die heel goed gegeven kunnen worden op de basisschool. Het zijn 6 lessen met elk 4 oefeningen per les.

Voorbereiding

Bij het Funkey-programma heeft de KNHB een voorleesboek ontwikkeld. In het boekje ‘Stockey wil op hockey’ wordt Stockey bewust gemaakt van het feit dat hij niet direct kan hockeyen. Hij moet eerst goed leren bewegen voordat hij op hockey kan.

Dit boekje kan heel goed te voorbereiding op de Funkey-lessen door de docent worden voorgelezen. Zo leren de kinderen dat het belangrijk is om eerst goed te leren bewegen, voordat ze zomaar een sport kunnen beoefenen.

Na het afronden van de lessenreeks kun je ook het Funkey diploma met Stockey uitdelen aan de kinderen. Het boekje en het diploma zijn op de website van de KNHB te downloaden.

Tijdens de les

Groep 1-4 van de basisschool is een hele leuke maar ook moeilijke groep om mee te werken. Vooral de kleuters van 4-5 jaar kunnen nog niet heel lang geconcentreerd blijven en zijn snel afgeleid. Hieronder vind je een aantal tips die je tijdens de les kunt gebruiken om de les soepel te laten verlopen:

  • Tel aan het begin van de les hoeveel kinderen er zijn, zodat je weet hoe groot de groepjes bij de leskern moeten worden.
  • Stel jezelf kort voor.
  • Leg alle onderdelen kort en bondig uit, het liefst door de oefening kort voor te doen (praatje – plaatje – daadje).
  • Maak afspraken wanneer en op welk teken de leerlingen moeten stoppen en luisteren (bijv. 1x fluiten of 3x met blokken tegen elkaar slaan of een speciaal woord zeggen = snel gaan zitten).
  • Als je iets uitlegt, zorg er dan voor dat alle kinderen jou kunnen zien.
  • Pas de oefeningen aan als die te moeilijk of te makkelijk zijn. Zie het TRAD principe hieronder.

Veiligheid

Bewegen brengt risico’s met zich mee. Veiligheid staat voorop en probeer altijd de risico’s zo klein mogelijk te houden.

Hieronder enkele tips:

  • Sticks of knotshockeysticks altijd op de grond houden, zowel bij het lopen zonder bal als bij het spelen van de bal.
  • Bal altijd over de grond spelen.
  • Alleen de platte kant van de hockeystick gebruiken.
  • Alleen de bal pushen of schuiven, niet slaan.
  • Ga zorgvuldig met de materialen om:
    • zorg ervoor dat er geen materialen door de zaal slingeren;
    • ballen verzamelen door ze op te rapen (niet naar een vast punt laten spelen) en laat de kinderen de ballen in een korf, hoepel of ballenbak leggen;
    • aan het einde van de oefening alle materialen weer zo neerleggen zoals ze aan het begin lagen (zorg dat de leerlingen er niet over kunnen struikelen).

Differentiëren/variëren

In iedere Funkey-les wordt onder “variatie” aangegeven hoe je een oefening of spel kunt aanpassen aan het niveau van de leerlingen. Een andere methode die veel in het hockey gebruikt wordt, is het “TRAD-MODEL”. Door in de gekozen oefenstof het tempo, de richting, de afstand en/of de druk aan te passen, kan de oefening eenvoudig makkelijker en moeilijker gemaakt worden.

T = Tempo

Variëren in het tempo van de bal, het looptempo maar ook het tempo van de gehele oefening.

De oefening op een laag tempo uitvoeren is makkelijker dan de techniek op volle snelheid goed uitvoeren en vanuit ‘stilstand’ is makkelijker dan vanuit de loop.

R = Richting

Variëren in looprichting met de bal, in het spelen van de bal en in het aannemen van de bal. Met de bal lopen volgens een vrije route is eenvoudiger dan volgens een voorgeschreven route. Met de bal lopen zonder richtingverandering is makkelijker dan mét richtingverandering. De bal afspelen naar links is makkelijker dan naar rechts.

A = Afstand

Variëren in speel- maar ook loopafstand. Het spelen van de bal over een kleine afstand is makkelijker dan over een grote afstand.

D = Druk

Variëren in tijdsdruk, ruimtedruk (het speelgebied kleiner of groter maken) en spelersdruk (zonder verdediger, bijvoorbeeld een pion passeren, of spelen met een passieve of actieve verdediger).

Deel deze pagina