Spelgericht trainen

Hockeyen leer je door te hockeyen

De KNHB heeft als visie dat het hockeyspel op een spel- en wedstrijdgerichte manier wordt aangeleerd en verbeterd. Deze visie bestaat uit de onderdelen a) Spelgericht trainen, b) Motorisch leren en c) Motivatie & Feedback. Deze onderdelen komen in een drietal artikelen aan bod. a) Spelgericht trainen – Paul de Ruijter. b) Motorisch leren – Niels Papen. c) Motivatie & Feedback – Marjolein Roemaat. De KNHB legt hiermee de kaders voor haar visie. Daarbij staat het leren en ontwikkelen van individuele spelers, maar ook van teams centraal. In dit eerste artikel wordt de spelgerichte visie verder uitgelegd, in het tweede artikel wordt het Motorisch leren verder uitgediept en in het derde artikel komen Motivatie & Feedback aan bod. Met deze drie artikelen hoopt de KNHB voldoende basis en onderbouwing te geven voor de verdere uitbouw en verdieping van haar visie op S&SO. Want: Hockeyen leer je door te hockeyen.

Waarom spelgericht trainen?

Er liggen meerdere overwegingen ten grondslag om meer spel- en wedstrijdgericht te trainen. Met meer plezier en motivatie trainen is een belangrijk motief. Kinderen spelen van nature, het zit in hun systeem. Kinderen vinden spelen leuk en ze hebben er niet veel voor nodig om dat te kunnen doen. Dit zie je als jonge kinderen naar een mini-veldje gaan; ze maken zelf twee teams en gaan spelen op twee goals. Veel sturing hebben ze niet nodig, het speelt gewoon. Tijdens dat spel worden ze spelvaardiger en zijn de technieken een middel om het spel te spelen. Het gaat haast vanzelf en in het maken van alle spelkeuzes komen ze ook tot eigen technische oplossingen.

 

Heerlijk om spelende kinderen te zien spelen! (foto: KNHB/Willem Vernes)

 

 

Kinderen spelen van nature, het zit in hun systeem.

Daarnaast blijkt uit recente ontwikkelingen vanuit het motorisch leren dat spelers in een spel- en wedstrijdsituatie spelcompetenter worden. De spelers komen steeds voor keuzes te staan om de situatie zelf op te lossen. Veel leerprocessen vinden daarbij onbewuster plaats. De bewegingen blijven langer hangen en dat voorkomt ook het nadenken over die bewegingen in stresssituaties tijdens de echte wedstrijd.

We zijn gewend in een training het aanleren en verbeteren van technieken los te koppelen van het spel en ook in de opbouw van een training hebben we het over kern 1 waar de technieken centraal staan. We vergeten daarmee echter dat het om het spel hockey gaat. Wanneer je kinderen vraagt wat ze het leukste onderdeel van de training vonden, zeggen ze allemaal ‘het partijtje’. Het is dan ook heel goed mogelijk en ook leuker om spelenderwijs te leren hockeyen, waarbij de technieken tijdens het spel aan bod komen.

Spelenderwijs hockeyen geeft intense spelvreugde. (foto: KNHB/Willem Vernes)

Wat verstaan we onder spelgericht trainen?

Elementen
Het hockeyspel is te vereenvoudigen tot 3 elementen. Deze elementen zijn: Balbezit (BB), Niet-balbezit (NBB) en Omschakeling (OS, vanuit Balwinst (BW) en Balverlies (BV)). Daarbij is er altijd sprake van Doel (D) en Richting (R).

Met Doel (D) bedoelen we dat het uiteindelijke doel van het spel is een doelpunt te maken bij de tegenstander of te voorkomen bij jouw team. Met Richting (R) bedoelen we dat de richting van het spelen van de bal altijd c.q. zoveel mogelijk in de richting van het doel van de tegenstander (voorwaarts) moet plaatsvinden, om uiteindelijk een doelpunt te kunnen maken.

Spelgericht trainen betekent dat er altijd sprake is van deze elementen die in het echte spel voorkomen.

Meetlat
Bij het ontwikkelen van een training kun je de meetlat van deze elementen er naast leggen of er sprake is van spel- en/of wedstrijdgerichte trainingsdelen. Zit in een oefening altijd zowel BB als NBB en OS? Is er altijd sprake van Doel en Richting?! Zo ja, dan voldoet deze oefening aan de visie op S&SO.

Wat zie je vaak? (gebruik de download onder aan dit artikel ‘Tekeningen bij Spelgericht trainen)
Voorbeeld 1 (tekening 1 + 2): Een trainingsvorm met een overtal met afronding op het doel. De aanvallers hebben als doel om een doelpunt te maken, dat is meestal duidelijk. Maar als de verdedigers in BB zijn/komen, wat dan?! Dan stopt het vaak. In de wedstrijd stopt het echter niet! Dus moeten de verdedigers die in BB komen ook een doel hebben. Dat wordt vaak vergeten. Dan past deze trainingsvorm dus nog niet helemaal in de visie op S&SO.

Voorbeeld 2 (tekening 3 + 4): Vaak zie je een trainingsvorm in een vierkant en dan wordt er 4:4 gespeeld op balbezit. Uiteraard is er dan ook sprake van Niet-balbezit en zijn er Omschakelmomenten, maar er is geen sprake van Doel en Richting. Met een paar kleine aanpassingen zijn deze laatste twee elementen in te bouwen en dan past de oefening wèl in de visie op S&SO. Daarmee neemt de betrokkenheid van de spelers en het aantal balcontacten toe.

Hoe kijk je naar het hockeyspel?

Traditioneel
De traditionele manier van kijken naar het hockeyspel is vanuit de 4 aspecten: techniek, tactiek, mentaal en motorisch/fysiek. Zwart/wit zou je dan kunnen redeneren dat je eerst de relevante technieken moet beheersen voordat je het tactisch kunt toepassen in het spel (training of wedstrijd).

Hoe zien trainingen er dan uit?
We zien meer techniekgerichte trainingen, waarbij in kern 1 van de training de technieken worden aangeleerd en verbeterd. Daarbij zijn we vaak geneigd de bewuste leermethode toe te passen.

Vanuit de teamfuncties
Anno 2015 kijken we naar het hockeyspel vanuit de teamfuncties BB, NBB en OS (BW & BV). Daarbij zijn Doel en Richting ook onlosmakelijk verbonden en belangrijke elementen. Zwart/wit zou je dan kunnen redeneren dat je alleen maar relevante spelsituaties hoeft voor te schotelen, zodat spelers (van elk niveau en elke leeftijd) het spel beter gaan spelen. De aandacht voor technieken zit er dan vooral in dat de speler spelcompetenter wordt en hiermee zijn spelintelligentie ontwikkelt. Technieken zijn dan een middel om het doel te bereiken.

Hoe zien trainingen er dan uit?
Na een verantwoorde warming-up (zie www.warming-up.nl/hockey) zien we meer spel- en wedstrijdgerichte trainingsvormen waarbij vaker vanuit een onbewuste leermethode het spel en de technieken worden aangeleerd en verbeterd. Daarnaast wordt er meer gedacht vanuit de wedstrijd naar de training: Train the Game!

 

We kunnen het bewust leren van technieken gedeeltelijk overslaan … en toch resultaten boeken!

BB-NBB-OS wisselen elkaar voortdurend af. (foto: KNHB/Willem Vernes)

 

Beoordeling: Wanneer speelt een team en/of een speler goed/beter/best?!

Waar kijk je als trainer/coach dan naar tijdens het spel? Kijk je dan naar zijn technieken of kijk je naar hoe een speler ergens in het veld een spelprobleem oplost? Of hoe acteert een speler of een linie in NBB? Wanneer je vanuit de teamfuncties een team of speler beoordeelt kom je tot andere gevolgtrekkingen dan wanneer je alléén naar technieken kijkt. Welk beoordelingswijze gebruik je en hoe ver ga je daarin? Gebruik je een format met de elementen Techniek-Tactiek-Mentaal-Fysiek (zie figuur 1 in de download onderaan dit artikel) of een format vanuit de teamfuncties BB-NBB-OS (+ D&R) (zie figuur 2 in de download onderaan dit artikel)? De keuze wordt uiteraard gemaakt vanuit de visie die je op het spel hockey hebt!

Technische trainingen in relatie tot de leeftijdsgroepen

Het is goed mogelijk om een gradatie toe te passen in de verhouding aanleren en verbeteren van techniekgericht versus spelgericht trainen. Het is niet zo dat de ene aanpak de andere uitsluit; wat dat betreft kunnen beide manieren hand in hand gaan en elkaar zeker versterken. Een mogelijke opzet in de verhouding tussen techniekgericht en spelgericht is te zien in onderstaand schema.

 

Het gaat niet om de losstaande technieken op zich, maar om technieken in relatie tot de context c.q. de spelomgeving.

 

Bij Jongste Jeugd meer aandacht voor techniekgerichte training. (foto: Frank Reelick)

 

Spelgerichte versus Techniekgerichte benadering

Actiegerichte/Handelingstheoretische benadering
De KNHB gaat uit van een ‘Spelgerichte benadering’, waarbij spelers (beter) leren hockeyen door veel te hockeyen. Een ‘Techniekgerichte benadering’ gaat meer uit van het geïsoleerd aanleren en verbeteren van technieken die los staan van het echte spel. In de opvatting van de KNHB dienen technieken zo snel en zo veel mogelijk in relatie tot het spel hockey te worden aangeboden. Technieken dienen een relatie te hebben met acties in wedstrijdsituaties en worden dan meer vaardigheden van spelers waarmee ze spelproblemen oplossen: Train the Game!

Spelers leren daarmee vaardigheden die effectiever blijken te zijn in wedstrijdsituaties en leren bovendien de meest effectieve uitvoering te kiezen.

Het vertrekpunt is dus het aanleren en verbeteren van handelingen in plaats van lichaamsbewegingen. Deze opvatting sluit aan bij de ‘actiegerichte/handelingstheoretische benadering’, waarbij spelers iets willen bereiken en willen beïnvloeden met hun acties en er ook altijd sprake is van (spel)bedoelingen.

 

Spelers moeten uitgedaagd worden om in steeds wisselende spelsituaties beter in het spel hockey te worden.

Technieken als middel
Zolang de technische uitvoering geen doel is, maar een middel om in het spel een spelcompetentere speler te worden, sluiten beide benaderingen elkaar zeker niet uit. Spelers moeten uitgedaagd worden om in steeds wisselende spelsituaties beter in het spelletje hockey te worden (beter leren zelf keuzes te maken). Als blijkt dat in spel- en wedstrijdvormen onvolkomenheden in technische uitvoering gesignaleerd worden, dan kan altijd teruggegrepen worden op een technisch gedeelte in een training. Waarbij een belangrijke opmerking is dat je technieken zowel bewust als onbewust kan aanleren en verbeteren (zie artikel 2 over ‘Motorisch leren’ van Niels Papen). We zijn daarin gewend om meer traditioneel te trainen en het leerproces vooral vanuit een bewuste leermethode aan te pakken. Uit onderzoek en moderne ontwikkelingen op het gebied van motorisch leren blijkt dat leerresultaten lang niet altijd via de bewuste weg behaald kunnen worden. Door het gebruik van diverse tools kunnen via onbewuste leermethodes veelal betere en bestendige leerresultaten worden geboekt. Het een sluit het ander dus zeker niet uit, alleen het vertrekpunt is anders.

Plezier en Motivatie & Feedback
Door veel spelgerichte trainingen aan te bieden is de kans groter dat spelers meer spelplezier krijgen en dat is erg belangrijk. Door in te spelen op de intrinsieke motivatie van de spelers alsmede op het geven van positieve feedback gaat de KNHB Academie er vanuit dat zowel spelers als teams op een veilige manier kunnen leren en ontwikkelen (zie artikel 3 over ‘Motivatie & Feedback’ van Marjolein Roemaat (Exposz)).

Door veel spelgerichte trainingen aan te bieden is de kans groter dat spelers meer spelplezier krijgen.

 

Positieve feedback geven stimuleert de intrinsieke motivatie. (foto: KNHB/Willem Vernes)

 

Hoe geef ik een spelgerichte training?

De traditionele manier van het opbouwen van een training is van warming-up naar kern 1, kern 2 en tenslotte het eindspel.

Vanuit de spelgerichte benadering worden spelgerichte trainingsdelen aangeboden, waarbij alle elementen BB – NBB – OS en Doel en Richting zijn verwerkt. Binnen dit trainingsformulier (schema 1a, 1b en 1c in de download onderaan dit artikel) kan ook altijd voor een blok techniektraining worden gekozen, maar dit hoeft niet persé aan het begin te zitten. Bij voorkeur wordt begonnen met spelgerichte trainingsdelen en als blijkt dat technische elementen (buiten het spel om) in de ogen van de trainer moeten worden verbeterd kan dat altijd, om vervolgens weer in een spelgedeelte (in de context) te worden geoefend (totaal – deel – totaal). Daarbij nogmaals de opmerking vanuit het motorisch leren dat technieken niet altijd via de bewuste leermethode hoeven te worden aangeleerd en verbeterd, maar dat het gebruik van onbewuste leermethoden – met de tools die daarbij horen – meer tot bestendige en duurzame leerresultaten leiden, waarbij een speler onder druk niet hoeft na te denken.

Dilemma’s voor de trainer

1) Afwisseling in trainingen en trainingsdelen blijft belangrijk.
2) Het voordeel van veel spelgericht trainen is dat de intensiteit hoog ligt. Als je drie maal per week traint kan de intensiteit wel eens te hoog zijn en dan kunnen meer techniekgerichte trainingsdelen altijd uitkomst bieden om de intensiteit goed te beheersen.
3) Succesbeleving kan ook een reden zijn, foutloos leren is lastig spelgericht aan te bieden.

Schema Doelspel Hockey (SDH)

In het Schema Doelspel Hockey (SDH) (zie download onderaan dit artikel) wordt een aantal fases onderscheiden. Tevens zijn de elementen BB – NBB – OS en Doel en Richting daarin opgenomen. Het SDH is een handige tool om zicht te krijgen op het complexe spel hockey en om het eenvoudig en hanteerbaar te maken. Er worden 4 fases onderscheiden, te weten:
Fase 1: Uitverdedigen versus Storen.
Fase 2: Opbouw eigen helft versus Storen.
Fase 3: Opbouw helft tegenstander versus Vertragen.
Fase 4: Kansen scheppen versus Kansen verijdelen.
In elk van deze fases wordt een aantal dominante handelingen beschreven. Dat zijn handelingen die van belang zijn vanuit de Balbezitter, vanuit de Niet-balbezitter en er kan altijd sprake zijn van Omschakelmomenten. Eén van de teams heeft als doel om een doelpunt te maken en het andere team heeft dan per definitie het doel om doelpunten te voorkomen. Er zijn tijdens dit spel voortdurend Omschakelmomenten en er is altijd sprake van Doel en Richting.

Alle (dominante) handelingen vinden in het hele veld plaats en als je het veld ook nog eens verdeelt in links, midden en rechts kom je op 12 vakken. In al deze vakken of combinaties van vakken kan sprake zijn van BB – NBB – OS en Doel en Richting.

Gebruik van het SDH
Het SDH kan gebruikt worden bij de ontwikkeling van spel- en wedstrijdgerichte trainingen en is een mooi hulpmiddel bij het bepalen van de context. In elk van de 12 vakken, of combinaties daarvan, kunnen deze trainingen worden ontwikkeld en aangeboden. Zo kun je dus echt trainen wat de wedstrijd vraagt. Een trainer/coach die met zijn observaties en zijn analyses vanuit de echte (oefen)wedstrijd bepaalde verbeterpunten constateert, kan met het SDH daadwerkelijk en gericht spelsituaties trainen. De trainer/coach maakt dan vanuit de wedstrijd een soort screenshot en vertaalt dat vervolgens naar een concrete spelgerichte training. Ook technieken kunnen op deze manier meer in de context worden geoefend en worden op deze manier functionele techniektrainingen: een balaanname trainen van de linksachter is anders dan het trainen van de balaanname van de rechtsvoor; het trainen van de pass van de mid-mid is anders dan het trainen van de pass van de rechtsachter et cetera.

De eisen voor speloplossingen zijn voor topspelers anders dan voor de Jongste Jeugd of voor een D-team.

 

Speloplossingen kiezen is op elk niveau anders. (foto: KNHB/Koen Suyk)

 


Methodische doorgaande leerlijn

In principe zijn de speluitdagingen binnen alle 12 vakken (of combinaties van vakken) hetzelfde voor zowel beginnende als gevorderde spelers. De eisen voor speloplossingen zijn echter voor topspelers anders dan voor de Jongste Jeugd of voor een D-team. Dat kan liggen in de keuze van de technieken, het tempo van de oplossingen, de richting van spelen, de druk die geleverd kan/moet worden et cetera. De uitdaging voor het ontwikkelen van een doorgaande leerlijn is dan ook om niet tot een veelheid van oefeningen te komen, maar tot een beperkter aantal oefeningen. Deze oefeningen worden door de jaren heen aangeboden, waarbij de complexiteit en snelheid van keuzes maken worden uitgebouwd, ook in relatie tot de ontwikkeling van technieken. Hierbij krijgen spelers steeds meer mogelijkheden om in echte spelsituaties tot adequate oplossingen te komen.

Spelgerichte trainingen

Voorbeelden van spelgerichte trainingsdelen per leeftijdscategorie zijn opgenomen in de syllabus Spel- en wedstrijdgerichte trainingsdelen. Deze syllabus vind je in het kenniscentrum bij de oefeningen onder Training & Coaching. Alle aparte trainingsdelen zijn ook als afzonderlijk werkblad uit te printen.

Visie op S&SO binnen de Opleidingen KNHB Academie

Inmiddels is de visie op S&SO vanaf seizoen 2014/2015 volledig geïntegreerd in de opleidingen van de KNHB Academie. Dat zijn de opleidingen om trainer/coach te worden van Basisopleidingen tot HT2 (Hockeytrainer niveau 2), HT3 en HT4. Daarnaast is de visie ook opgenomen in de opleidingen Technisch Management (TM). Dat zijn de opleidingen Technisch Coördinator (TM3) en Technisch Manager (TM4). De KNHB blijft middels bijscholingen voor het technisch kader haar visie uitdragen en ondersteunen.

Tot slot

Door middel van deze driedelige artikelenserie neemt de KNHB je mee in de visie Spel & Spelontwikkeling. Binnen de drie deelaspecten van de visie op S&SO blijft de KNHB zich ontwikkelen, zich verdiepen en verder uitbouwen. De vertaling van deze visie maakt de training voor zowel de speler als de trainer leuker en zeker wedstrijdsituatiever.

Bronnen

Syllabus spel- en wedstrijdgerichte trainingsdelen. (2013). KNHB Academie en EXPOSZ.

  • Hockeyvisie
Bekijk alle hockey visies

Downloads

Deel deze pagina