Een fluitje van een cent

Een bijdrage leveren aan de hockeysport doen we met zijn allen, ieder op zijn eigen manier. De één draait een bardienst, een ander zorgt voor de fruithap en de echte lefgozers gaan fluiten. Op deze manier draag je een steentje bij aan onze sport. Een scheidsrechter hoort bij het spel en is onmisbaar, net zoals de coaches en de spelers. Het blijven investeren in de kennis van de spelregels en dus in je eigen spel als hockeyer (of in je rol als hockeyouder) doe je door een paar keer per seizoen te fluiten. Je leert dan door de ogen van een scheidsrechter naar het spel te kijken. En word je hier nog enthousiaster van? Dan kun je als scheidsrechter ook verder groeien richting de top.

Iedereen op z’n eigen niveau opleiden
Elk seizoen worden er ruim 15.000 hockeyers opgeleid tot clubscheidsrechter, veelal jongeren die net oud genoeg zijn om tot clubscheidsrechter benoemd te worden. De nieuwe fluitisten worden praktijkgericht opgeleid zodat ze direct op het veld kunnen fluiten. Wanneer wij gezamenlijk de nieuwe scheidsrechters met zelfvertrouwen het veld op laten gaan, door een duidelijke en eenvoudige opleiding, kun je laten zien dat fluiten eigenlijk niet zo moeilijk is. Daarnaast valt er veel winst te behalen in de verbinding tussen scheidsrechters en coaches. Als je samen het seizoen doorneemt en hierbij elkaars verwachtingen uitspreekt, dan creëer je verbinding en zorg je ervoor dat iedereen met de juiste verwachtingen het veld op stapt.

Voor het eerst als scheidsrechter op het veld? Een fluitje van een cent!

En dan opeens…
Ben je geslaagd voor het scheidsrechtersexamen en word je door de scheidsrechterscommissaris direct ingedeeld om een clubwedstrijd te begeleiden. Natuurlijk heb je de afgelopen tijd de spelregels doorgenomen om je examen te doen slagen, maar is dat genoeg om daadwerkelijk met zelfvertrouwen het veld op te gaan en jouw beslissingen te verkopen? Hockeyvisie vroeg aan Coen van Bunge (Senior Medewerker Expertisecentrum Arbitrage bij de KNHB) om enkele aspecten voor de startende scheidsrechter toe te lichten zodat deze direct vanaf de eerste wedstrijd met vertrouwen op het veld staat.

Van Bunge: “Om te beginnen is het vanzelfsprekend belangrijk dat je als scheidsrechter kennis hebt van de spelregels. Het is absoluut niet nodig om alle regels uit het hoofd te kennen, maar kennis van de basisregels is natuurlijk wel handig. In de basis heeft het hockey slechts 14 regels. Inderdaad, slechts 14 regels. Eén van de meest bekende regels die er is, dat je geen shoot mag maken, die kennen we natuurlijk allemaal. Meer heb je aan het begin van je fluit carrière ook niet nodig. Je kent dus al 1 regel en waarschijnlijk weet je ook dat het een strafcorner is wanneer een verdediger shoot maakt in zijn eigen cirkel. Hoe makkelijk is dat fluiten eigenlijk? Makkelijker dan je denkt.”

Spelregels als voer voor discussie
“Naast het ‘shoot’ horen we heel vaak sticks tegen elkaar kletteren. Ouders, coaches en spelers roepen dan meteen ‘hakken!’ over het veld waardoor je eventueel kunt gaan fluiten. Maar wat is ‘hakken’ eigenlijk? Wanneer twee sticks elkaar raken is er mogelijk spraken van ‘hakken’. Maar niet ieder stick gekletter is een overtreding. Je hoeft dus niet altijd te fluiten, alleen wanneer de speler er last van heeft en geen voordeel. Ook kun je fluiten voor hakken als het al vaker in de wedstrijd is voorgevallen. Overigens is het heel lastig om voor ieder stick-contact te fluiten. Het hoort nu eenmaal bij de sport en het zal nooit verdwijnen. Spelers moeten namelijk nog wel een duel om de bal kunnen maken en hierbij kunnen sticks elkaar raken.

Foto: KNHB / Willem Vernes

In de basis heeft het hockey slechts 14 regels

Na shoot en ‘hakken’ galmt een derde woord heel vaak het veld over: ‘hoog!’. Weer zo’n heerlijke bekende hockeyterm die eigenlijk op niets is gebaseerd. Een bal mag immers hoog worden gespeeld zolang het maar niet gevaarlijk is. En of een bal gevaarlijk is dat bepaal jij, de scheidsrechter. Maar wanneer is een bal gevaarlijk? Ook hier geldt een eenvoudige uitleg: ‘iedere bal die op het lichaam wordt gespeeld of waardoor een speler een terecht ontwijkende reactie maakt’ bestempelen we als gevaarlijk. Dus als een bal van het lichaam af wordt gespeeld is er niets aan de hand. Als de bal op het lichaam (boven de knie) wordt gespeeld, dan is het gevaarlijk spel en moet je fluiten voor gevaarlijk spel. Overigens is het goed om te weten dat er nergens in de regels staat dat een bal die boven de knie tegen het lichaam komt gevaarlijk spel is. Echter, dit is wel een algemeen aangenomen interpretatie in het hockey.

Wanneer is het eigenlijk een ‘terecht ontwijkende reactie’? Het antwoord luidt: wanneer een speler weg moet duiken of springen voor de bal en zonder dit gedaan te hebben de bal tegen het lichaam zou hebben gehad. Een ander veelgehoord argument is dat een schot op doel nooit gevaarlijk kan zijn. Dit is zeker niet zo. We beschouwen een schot op doel altijd als ‘gevaarlijk’ wanneer spelers een terecht ontwijkende reactie moeten maken om de bal te ontwijken. Het allerbelangrijkste is: als jij vindt dat het gevaarlijk spel is dan mag/kan je fluiten. Let op: een speler die op de doellijn gaat staan en daar de bal op het lichaam krijgt kiest daar zelf voor en dan kan het geen gevaarlijk spel zijn. Als de bal op het lichaam van een verdediger komt die op de doellijn staat, dan is het altijd een strafbal.

Nu je dit weet heb je de basis van het fluiten onder knie en kun je dus het veld op. Toch? Nou ja, er is natuurlijk meer dat je als scheidsrechter moet weten. Anders hadden we 60.000 Olympische scheidsrechters in Nederland en helaas is dat niet zo. Mocht je trouwens de ambitie hebben om op de Olympische Spelen actief te zijn, dan kun je dit beter via de ‘fluitweg’ doen dan als speler.”

Wat voor een scheidsrechter ben jij?
Van Bunge vertelt dat het hockeyspel is gebaat bij scheidsrechters die het spel begeleiden en alleen fluiten als dat echt nodig is. “Want anders lijden de spelers daar vervolgens onder. Waarom zou je als een politieagent op zoek gaan naar een overtreding en iedere keer een ‘bekeuring uitschrijven’? Als je voordeel geeft, hoef je niet te fluiten en dat scheelt je weer een actie. Fluiten voor een overtreding is goed, maar niet fluiten en voordeel geven is het leukst.

Als je net begint, word je niet meteen bij een wedstrijd van Jongens A1 of Veteranen A opgesteld, maar eerst bij de andere jeugdelftallen. Daar kunnen soms ongelooflijk veel overtredingen worden gemaakt. Fluit je dan voor alles, dan speel je als het ware van overtreding naar overtreding. Daar worden de spelers niet beter van en het is ook zeker niet leuk om naar te kijken. Hoe iedereen langs de kant ook roept dat je moet fluiten, bekijk zelf bij iedere overtreding of je door te fluiten de wedstrijd helpt. Het maakt niet uit of je een keer een shoot niet ziet, het gaat er vooral om dat je de spelers de ruimte geeft om te spelen, daarvoor staan ze tenslotte op het veld. In een chaotische situatie is het vaak wel goed om te fluiten. Hierdoor creëer je ruimte en kalmte waardoor de spelers weer rustig kunnen gaan opbouwen.”

Het hockeyspel is gebaat bij scheidsrechters die het spel begeleiden en niet leiden

Foto: KNHB / Willem Vernes

Thuisfluiter of niet?
Thuisfluiters zijn er altijd op de andere verenigingen en het gebeurt natuurlijk nooit op jouw vereniging. Van Bunge: “Laat ik nou nieuws voor je hebben… Ook van jouw vereniging vinden tegenstanders dat de scheidsrechters partijdig zijn. Zelf geloof ik niet in thuisfluiters maar meer dat de desbetreffende scheidsrechters het gewoon niet of niet goed hebben gezien of niet weten of ze wel of niet moeten fluiten. Dit is echt wat anders dan thuisfluiten. Hoe voorkom je de indruk dat je een thuisfluiter bent? Ga in ieder geval voor de wedstrijd naar beide coaches (ja, ook die van de uitploeg), stel jezelf voor en stel een simpele vraag als: “Wat hebben jullie vorige week gedaan?” Hiermee zorg je voor contact dat heel erg belangrijk is in de communicatie gedurende de wedstrijd. Wees ook open en eerlijk als je iets misschien niet hebt gezien, zelf zou je dat ook fijn vinden. Behandel alle spelers en coaches van beide teams gelijk en op een manier zoals je zelf ook behandeld wilt worden. Door menselijk te reageren en open te staan voor andere meningen is er minder commentaar waardoor je ook lekkerder fluit.”

Hij vervolgt: “Normaal omgaan met spelers is misschien wel het belangrijkst om iedereen een leuke middag te bezorgen. Zelf heb je op school of in je werk ook een hekel aan mensen die het ‘beter’ weten dan jij zelf en zich ook zo gedragen. Waarom zou je dat gedrag als scheidsrechter dan wel vertonen op het veld? Hierbij geef ik je enkele voorbeeldzinnen die je meteen in de volgende wedstrijd kunt gebruiken:

  • Lange corner
    Speler: ‘Hij is niet aangeraakt.’
    Scheidsrechter oude stijl: ‘Hij is wel aangeraakt.’
    Hoe het ook kan: ‘Ik zag dat de bal is aangeraakt en daarom geef ik een lange corner.’
  • Strafcorner
    Speler: ‘Waarom geef je een strafcorner?’
    Scheidsrechter oude stijl: ‘Omdat de bal hoog via de keeper gaat.’
    Hoe het ook kan: ‘Ik vind de bal gevaarlijk en daarom geef ik een strafcorner.’
  • Vrije slag en speler reageert heftig
    Speler: ‘Scheids dat is geen afhouden’ en voegt er nog iets aan toe.
    Scheidsrechter oude stijl: zet de tijd stil en geeft een kaart.
    Hoe het ook kan: houd het spel even vast en zeg: ‘Je mag het ermee oneens zijn, maar ik zie het als afhouden en daarom fluit ik. Je hoeft niet zo te reageren, ok?”

Van Bunge geeft hierbij nog een tip: “Als spelers vragen waarom je fluit geef dan op een rustige manier uitleg en wees slim in wat je zegt. Dit kan in het begin misschien een beetje eng zijn maar probeer het gewoon te doen:

  • ‘Ik vind het……, dus daarom geef ik een….’
  • ‘Ik zie dat de bal (niet) is aangeraakt en daarom is het een….’

Wees niet vaag maar duidelijk, dat helpt jou om het vertrouwen van de teams te krijgen.”

Foto: KNHB/Willem Vernes

Behandel alle spelers en coaches van beide teams gelijk en op een manier zoals je zelf ook behandeld wilt worden

Effectieve gebarentaal
Een ander aspect van vertrouwen uitstralen is volgens Van Bunge de manier waarop je gebaren en signalen gebruikt. “Wees duidelijk en resoluut in jouw gebaren. Fluit en gebaar met volledige overtuiging. Hoe overtuigender jij aangeeft waar je voor fluit, des te eerder zullen de teams je volgen. Een veel voorkomende valkuil bij beginnende scheidsrechters is dat ze bij het aanwijzen naar beneden kijken. Het lijkt dan alsof ze bang zijn om contact te maken met de spelers. Een scheids met zelfvertrouwen wijst duidelijk aan en kijkt niet naar beneden. Probeer in je volgende wedstrijd iedere keer dat je fluit naar de bovenkant van de veldverlichting te kijken. Ik weet zeker dat je hierdoor meer zelfvertrouwen uitstraalt en dat de spelers je eerder geloven.

De kunst van het overtuigend aanwijzen is makkelijk te leren. Probeer iedere keer dat je fluit stil te staan, met je linker- of rechterarm de juiste kant op te wijzen en wanneer nodig aan te geven wat de overtreding is. Je hoeft dus niet iedere keer je voet aan te raken als er shoot is gemaakt. Dit doe je alleen als het onduidelijk is. Ook hoef je niet iedere keer beide armen, als een veredelde politieagent, te gebruiken. Wijs altijd de kant op dat jij wilt dat het spel opgaat en, wederom alleen als het onduidelijk is, waar de bal genomen moet worden. Houd het dus vooral simpel. Alleen bij onduidelijkheid maak je een ander gebaar. Ken je trouwens alle gebaren?”

Positiekeuze
Als scheidsrechter heb je eigenlijk een heel gemakkelijke taak en dat is fluiten voor overtredingen op je eigen helft. In de regels staat namelijk dat iedere scheidsrechter verantwoordelijk is voor zijn eigen helft en cirkel. Van Bunge licht dit toe: “Dit betekent dus dat je niet in elkaars cirkel mag fluiten, ook al gebeurt dat wel eens. Oké, dus je mag niet in elkaars cirkel fluiten, dat scheelt alweer een hoop ‘kijken en meelopen’. De club stelt je op bij een wedstrijd waarvan zij geloven dat je die aankunt, hoe lekker is dat vertrouwen?! Ga niet als een malle op en neer rennen in de hoop alles te zien. Zorg voor een rustige uitstraling want dan neem je de beste en juiste beslissing. Een haastige scheidsrechter neemt vaak een verkeerde beslissing. Blijf in het gebied tussen de kruising cirkel- achterlijn en de zijlijn. Dat gebied tot ongeveer halverwege de middenlijn en 23 meter-lijn is jouw bewegingsruimte (en natuurlijk jouw cirkel). Als je hier loopt, dan loop je niemand in de weg en ben je vaak op tijd in jouw cirkel.”

Foto: KNHB / Koen Suyk

Een haastige scheidsrechter neemt vaak een verkeerde beslissing

Praktische tips

Tot slot geeft van Bunge nog enkele andere tips & tricks die je helpen nog beter te fluiten:

  • Sta op de eigen 23-meterlijn bij een afslag bij het begin van ieder kwart en na iedere goal. Fluit vanaf daar het spel weer aan.
  • Een strafcorner kun je alleen geven voor een verdedigende overtreding in de cirkel of een opzettelijke verdedigende overtreding in het 23 meter-gebied.
  • Een strafbal kun je alleen geven als een doelpunt wordt voorkomen of bij een opzettelijke overtreding op een aanvaller die in de cirkel in balbezit is.
  • Probeer aan het begin van de wedstrijd duidelijkheid te verschaffen door iedereen bijvoorbeeld op 5 meter te zetten of de bal op de juiste plaats te laten nemen. Doe dit dan voordat de bal genomen is. Proactief fluiten is beter dan corrigerend fluiten en de bal weer enkele meters terug te moeten laten brengen. Als je ziet dat de bal niet op de juiste plaats genomen gaat worden, grijp dan meteen in en fluit niet als de bal al genomen is.
  • Bij een vrije slag hoeft de bal niet stil te liggen, zolang de speler de bal controleert is het goed en mag hij door.
  • Als een inslag iets in het veld genomen wordt laat het dan vooral doorgaan zolang de speler er geen extra voordeel van heeft. Durf dit maar eens door te laten gaan.
  • Kijk niet alleen naar de bal maar ook om je heen. Hierdoor ga je zien waar de spelers staan en kun je beter anticiperen op wat er komen gaat.
  • Gebruik een stopwatch op je horloge als je fluit. Dit scheelt een hoop gedoe als je iedere keer je telefoon moet pakken als de tijd stil gezet moet worden.
  • Geef alleen persoonlijke straffen (kaarten) als je écht niet anders kunt. Heb je toch een kaart gegeven zorg dan altijd voor een juiste administratieve afhandeling.

Proactief fluiten is beter dan de bal weer terug te moeten laten leggen

Conclusie
Fluiten doe je, net als hockeyen, voor je plezier. Je helpt hiermee namelijk teams die dankzij jou kunnen spelen. Hoe moeilijk het in het begin ook lijkt, straal plezier uit. Een wedstrijd duurt 70 minuten, dan kun je er net zo goed, samen met je maatje die aan de overkant staat te fluiten, de leukste 70 minuten van het weekend van maken. Als jij vertrouwen en plezier op het veld uitstraalt, dan wordt dat zeker opgepikt door de teams, waardoor zij ook met meer plezier spelen. Een win-win situatie dus.

Wil jij een nog betere clubscheidsrechter worden? Ga dan naar de scheidsrechters coördinator op jouw club voor meer informatie over de CS+-opleiding of voor extra begeleiding.

  • Hockeyvisie
Bekijk alle hockey visies

Deel deze pagina