Internationaal zaalhockey: snelle aanpassingen en het belang van omschakelen

Van Hoofdklasse naar Europacup
Na afloop van het Hoofdklasse zaalhockeyseizoen speelt de Nederlands Kampioen van het voorgaande seizoen de Europacup zaalhockey. Deze internationale zaalhockey wedstrijden vragen om een snelle aanpassing van speelsters. Zij zijn gewend om twee maanden lang Hoofdklasse wedstrijden te spelen, maar moeten nu in een korte tijd leren omgaan met de wetten van het internationale zaalhockey. Hockeyvisie vroeg aan Frank Balvers, coach van Hoofdklasser Laren Dames 1 in de zaal, om zijn visie hierop toe te lichten en te vertellen hoe hij en zijn team met die uitdaging zijn omgegaan.

Anderhalve week nadat Laren Dames 1 in seizoen 2018-2019 de finale van het Nederlands Kampioenschap speelde tegen hdm startte de Europacup zaalhockey in Hamburg. In totaal strijden acht landskampioenen om de Europacup. De wedstrijden worden gespeeld in één lang weekend. Acht teams, verdeeld over twee poules van vier teams, spelen elk drie poulewedstrijden. Op vrijdag de eerste twee poulewedstrijden en zaterdagochtend de laatste. De nummers 1 en 2 van de poule gaan door naar de kruisfinales. Zaterdagavond zijn de kruisfinales. De finale en de wedstrijd om de bronzen plak worden op zondag gespeeld. De onderste twee teams uit de poules komen met elkaar in een degradatiepoule en hebben ook nog twee wedstrijden te spelen om zich op het hoogste niveau te handhaven.

Dit betekent voor ieder team vijf wedstrijden in tweeënhalve dag. Topsport voor speelsters, coaches en videoanalisten, die non-stop bezig zijn om het maximale uit zichzelf en hun team te halen.

Foto: KNHB/Willem Vernes

Speelstijl in de Hoofdklasse zaalhockey
Gedurende het Hoofdklasse zaalseizoen spelen veel teams in een vergelijkbare press-opstelling. In Nederland zijn wij gewend om in niet-balbezit voornamelijk een halfcourt zone-press te spelen (afbeelding 1).

Afbeelding 1: Speelstijl in niet-balbezit: voornamelijk een halfcourt zone-press

Dit ‘trucje’ is eenvoudig aan te leren en zien we zodoende veel terug. Zodra een team meer uren in de zaal traint ontstaan creatievere speelstijlen. Gedurende het zaalseizoen zien we daardoor variatie in speelstijlen ontstaan. In vergelijking met het veld is er veel minder fysieke ruimte voor de speelsters. Daarom hebben we met Laren Dames 1 het afgelopen zaalseizoen veel uren geïnvesteerd in het trainen van technische vaardigheden, voornamelijk voor de posities tussen de spitsen en verdedigers, waar tijdens de wedstrijd ruimtes ontstaan om deze vaardigheden uit te kunnen voeren. Dit hebben we net zolang doorgezet tot de speelsters hun vaardigheden onder druk zonder na te denken konden toepassen (onbewust bekwaam). Daarna hebben we het accent van technische vaardigheden voor de omschakelmomenten op hoge snelheid toegevoegd. Deze vaardigheden moeten ervoor zorgen dat speelsters steeds meer en creatievere oplossingen hebben in de belangrijkste wedstrijdbepalende spelsituaties (die door middel van videoanalyse goed besproken en vervolgens getraind kunnen worden).

Zodra een team meer uren in de zaal traint ontstaan creatievere speelstijlen

Accenten per helft
Statistisch gezien vallen de meeste doelpunten in de tweede helft (bron: Laren Dames 1). Dit komt mede doordat beide ploegen gedurende de eerste helft een gelijkwaardige energie hebben, waardoor tijdstraffen zich gedurende de wedstrijd opbouwen en dus in de tweede helft meer van invloed zijn. Daarnaast is er de mentale component van tijdsdruk voor het team dat achterstaat. Dit zijn aspecten waardoor er per helft andere accenten aan het team moeten worden meegegeven. In de zaal heb je als coach meer invloed op het spel dan op het veld. In de eerste helft is het belangrijk dat speelsters geduldig zijn omdat de ruimtes om aan te vallen klein zijn. Goed getimede individuele acties, met zo min mogelijk risico op een counter, kunnen daar het verschil maken. Verandert de wedstrijd door meer overtal- en ondertalsituaties, dan vraagt dit een snelle en flexibele aanpassing. Het overtal moet de bal snel van stick naar stick laten gaan en speelsters rondom de bal moeten constant vrijlopen zodat ze versnellend kunnen aannemen en passen. Het continu aanpassen en kunnen omgaan met veranderende situaties maakt zaalhockey juist interessant. Het momentum tussen de teams wisselt in de zaal veel vaker dan in het veldhockey. Als coach kun je hierop trainen door partijvormen te spelen waarin teams opdrachten moeten uitvoeren met daaraan gekoppeld bepaalde vormen van tijdsdruk.

Foto: KNHB/Koen Suyk

Mentale uitdaging
Tijdens het spelen op het allerhoogste niveau wordt meer aandacht besteed aan de mentale aspecten van het kunnen presteren. Hoe maak je een groep individuen mentaal klaar, zodat het als team optimaal kan presteren? Als coach is het belangrijk dat je de groep begrijpt, voordat je zelf begrepen wilt en kunt worden. Daardoor moet een trainingsweek ook bestaan uit een teamsessie waarbij de speelsters input inbrengen: wat hebben ze meegemaakt?; hoe kijken ze tegen bepaalde onderwerpen aan? en natuurlijk: wat is nodig richting de volgende trainingen en wedstrijden? Dit allemaal om een goede basis te creëren, waarnaast de individuele aandacht niet kan en mag ontbreken.

Samen met assistent Tijs Roozendaal werd de tijd tussen het einde van de Hoofdklasse en start van de Europacup benut om het team mentaal klaar te maken voor dit toernooi. Met een selectie van 12 speelsters (10 speelsters en 2 keepers), 2 coaches, 2 videoanalisten, een teammanager en fysio zouden we vier dagen fulltime bij elkaar zijn. Vier dagen 24/7 met elkaar zijn, vraagt een andere aanpak. Een duidelijk programma creëert een balans tussen focus en ontspanning. Wij zochten naar een goed evenwicht tussen voorbesprekingen, wedstrijden, afsluiten van de wedstrijden, rust en ontspanning. In een grote groep is er altijd sprake van diversiteit van behoeften, en om iedereen optimaal te laten presteren moet er ook ruimte zijn voor individuele invulling.

Een duidelijk programma creëert een balans tussen focus en ontspanning

De toernooiorganisatie had een specifiek hotel en pendelbusjes aangeboden, maar wij hadden de voorkeur om in een eigen omgeving te verblijven, wat de teammanager vooraf extra tijd kostte. De faciliteiten tijdens een toernooi zijn voor alle teams gelijk. Wanneer je bij jouw spelersgroep iets anders vindt passen, moet je de mogelijkheden met de staf overwegen. Voor ons waren er veel pluspunten als we minder afhankelijk zouden zijn van anderen. Een op maat gemaakt programma dat paste bij de spelersgroep was voor ons cruciaal. Zodoende hadden wij in Hamburg ons eigen appartement. Er waren genoeg auto’s waardoor speelsters zelfstandig hun vrije tijd konden plannen. Er was de mogelijkheid om te ontspannen in je eigen kamer, maar er was ook een gezamenlijke ‘huiskamer’. We konden zelf eten bereiden en zo koken op de voor ons gewenste tijden. We hebben daardoor heel efficiënt het eten en de videobesprekingen kunnen indelen. Dat is veel lastiger in een hotel met meerdere teams en een beperkt aantal bespreekruimtes.

Om winst te behalen ten opzichte van andere teams moet je alles waar je mee te maken krijgt met elkaar doorspreken

Foto: KNHB/Koen Suyk

Externe factoren
Voor het programma gedurende het toernooi zijn de te spelen wedstrijden leidend. De dagen vóór het toernooi kun je zelf invullen. Wanneer wil je aankomen op de locatie? Wanneer zijn de laatste trainingsmomenten? De dagen voor het toernooi train je niet meer intensief, maar willen spelers wel sfeer kunnen proeven. Wij waren 24 uur voor de start van het toernooi in Hamburg. Op een reisdag past een lichte training (voor ons aan het begin van de middag). In de wetenschap dat de volgende ochtend vroeg de eerste poulewedstrijd op het programma stond, was het inbouwen van zolang mogelijk rust verstandig. Tijdens de laatste training kwamen opvallende punten naar boven, waaronder de akoestiek van de hal. Daar hebben we op ingespeeld door met muziek te trainen. Zodoende konden we afspraken maken over hoe te communiceren in het veld en vanaf de bank naar het veld. Een ander aandachtspunt was de wedstrijdbal. In Hamburg werd gespeeld met een grotere bal dan in de hoofdklasse. De aanpassing aan een grotere en tragere wedstrijdbal was belangrijk. Elke speelster gaat anders om met dit soort noodzakelijke aanpassingen. Het gaat er in alle gevallen om hoe je de focus kunt houden op onderdelen waar je wel invloed op hebt. Dit neem je mee in de laatste besprekingen richting de eerste wedstrijd.

Fysieke uitdaging
In welk format moeten de speelsters hun fysieke arbeid leveren? De juiste arbeid-rust verhouding zorgt voor een goed energiemanagement. Het spelen van een toernooi als de Europacup vraagt iets heel anders dan de Hoofdklasse. Het grote voordeel is dat je niet hoeft te reizen.

Wel een uitdaging is het spelen van vijf wedstrijden in tweeënhalve dag. In de trainingsopbouw wordt hierop geanticipeerd. Wanneer je gedurende de week op achtereenvolgende dagen gaat trainen/spelen en daarbij ook een dubbelprogramma afwerkt, boots je de gevraagde situatie na. Zo kunnen spelers wennen aan de inspanning. Als je dit ook durft te doen met een competitiedag op het programma, dan krijg je de juiste informatie over hoe spelers fysiek omgaan met deze omstandigheden.

Spelers willen graag weten waarom je zoiets doet. Wanneer je kunt laten zien wat er gevraagd wordt en hoe er een paar procent winst te boeken is, ontstaat er vanzelf begrip en draagvlak. Wij hebben gekozen om middels videobeelden te laten zien dat de intensiteit van de Europacup wedstrijden hoger ligt dan we gewend waren.

Wanneer je kunt laten zien wat er gevraagd wordt en hoe er een paar procent winst te boeken is, ontstaat er vanzelf begrip en draagvlak

Bij het analyseren van de wedstrijden is het een goed idee om ook de stafleden die verantwoordelijk zijn voor het fysieke aspect mee te laten kijken: hoe anders spelen tegenstanders uit Duitsland, Spanje, België, Rusland, et cetera? Samen maakten wij de inschatting dat er veel meer omschakelmomenten gespeeld zouden worden. Wanneer teams elkaar minder goed kennen, ontstaan er meer ongecontroleerde situaties. Dit is belangrijke informatie voor de speelsters die daardoor weten welke fysieke uitdagingen er aanstaande zijn. Vanuit de coaching vraagt dit ook een aanpassing: met creativiteit hoog in ons vaandel, kwam de nadruk eerst op het spelen van een hoger pass tempo om extra ruimte voor creativiteit te creëren. Uiteindelijk wil je dat techniek weer het verschil gaat maken. Dit doe je door op sommige momenten in het tempo mee te gaan, maar ook te benadrukken in welke situaties je zelf het ritme en tempo wilt bepalen. In ons geval werd een nieuwe teamafspraak dat, als we gingen opbouwen vanuit balstart 1 (Thomas Tichelman, Hockeyvisie, 2013), dit het moment was om rust te creëren en er gecoacht kon worden.

Daarentegen moesten omschakelmomenten er voor zorgen dat je de wedstrijd wint. Ongeveer 70% van de doelpunten in de zaal ontstaat na een omschakelmoment (bron: Laren Dames 1). Dan wil je weten waar en hoe je de bal gaat afpakken. Heb je dat helder, dan kun je bepalen hoe het team zich moet inrichten en welke fysieke eigenschappen hierbij komen kijken. Pak je de bal af hoog of juist laag op het veld? Als je weet dat jouw spitsen langere sprints moeten afleggen, dan kun je verwachten dat ze ook een ander wisselschema verlangen. Als coach wil je dat ze fysiek in staat zijn om het game plan uit te voeren. Daarnaast laten scheidsrechters tijdens internationaal zaalhockey langer doorspelen en ontstaan er meer omschakelmomenten volgend op omschakelmomenten.

Vormen van balwinst
Balwinst vanuit een omschakelmoment is volkomen anders dan balwinst na een gecontroleerde situatie. Er is meer ruimte en dat geeft de mogelijkheid tot het creëren van grotere kansen. Dus moest het game plan erin voorzien hoe wij vaker balwinst uit een omschakelmoment konden realiseren. Gemiddeld genomen- behalve Duits kampioen Hamburg – speelden de tegenstanders in een open speelstijl, dat wil zeggen minder aandacht voor de counter control. Dan is het minder erg als de tegenstander soms op jouw helft komt te spelen, want in de omschakeling is er de gewenste ruimte. De daarbij behorende intensievere sprints zijn verwerkt in het wisselschema. We hebben ingespeeld door vooraf een verdeling van de speelminuten per helft te maken. Speelsters speelden minder lange blokken en het totaal aantal speelminuten per speelster ging ook naar beneden. In totaal zijn er 100 speelminuten per helft. Alle speelsters (10, exclusief keepster) werden ingedeeld tussen de 8-12,5 minuten, zodat in de poulefase niemand meer dan 12,5 minuut per helft zou spelen. Positief neveneffect hiervan was dat alle speelsters betrokken waren en zij al snel in het toernooi groeiden.

Daarnaast laten scheidsrechters tijdens internationaal zaalhockey langer doorspelen en ontstaan er meer omschakelmomenten op omschakelmomenten

Tactiek
Een goede afstemming tussen de spelers is in het zaalhockey cruciaal. Je moet van elkaar weten wat de ander gaat doen. Meer variaties doorvoeren tijdens een wedstrijd zorgt automatisch voor minder ingespeelde koppeltjes. Dat kan een bedreiging zijn in een game plan. Balverlies hoort bij het spel, maar het aantal unforced errors wil je beperken. Een optimaal gebruik van het wisselbeleid leidt ook hierbij tot het beste resultaat, omdat fouten door vermoeidheid tot een minimum beperkt worden. Het is dus balanceren tussen enerzijds spelers in het veld zetten die goed op elkaar zijn ingespeeld en anderzijds spelers wisselen zodat iedereen op het veld de juiste energie heeft.

Aan het einde van een zaalhockey seizoen hebben alle spelers zoveel trainingsuren gemaakt, dat je gemakkelijker kunt wisselen. Wanneer spelers van elkaar weten wat het gedrag is in bepaalde situaties, neemt het aantal onnodige fouten sterk af. De ongecontroleerde situaties (omschakelmomenten) hadden bij ons inderdaad de overhand gedurende de Europacup, iets waar we intensief op hadden getraind (afbeelding 2). Voor een succesvol omschakelmoment is een aantal principes met elkaar afgesproken om een hoog rendement te kunnen halen:

  • snelheid creëren
  • zo min mogelijk balcontacten naar de cirkel
  • lengte aan balkant creëren (door een loopactie of pass)
  • diepste speelster bij tweede paal krijgen
  • derde man onderweg naar de cirkel
  • in de cirkel een extra passmogelijkheid invullen (guard)

Afbeelding 2: Oefenvorm: trainen van omschakelmomenten in overtal situatie.
De trainer bepaalt welk overtal gewenst is, vanaf waar speelsters instromen en de balwinst start. In dit voorbeeld start Rood-2-3-4-5 tegen Blauw-2-3. In het omschakelmoment speelt Blauw-2-3-4-5 tegen Rood-2-4. Deze vorm draait continu door.

De keuzes die gemaakt worden tijdens het spelen van een omschakelmoment zijn anders dan de keuzes in balbezit tijdens gecontroleerde spelsituaties. Ook daar is het doel om via een versnelling naar de cirkel te komen. Die versnelling kan bijvoorbeeld door het creëren van een overtal (+1 extra speelster) tegen een zone press (voorbeeld van een oefening hiervoor in afbeelding 3).

Afbeelding 3: Creëren van een overtal (+1 extra speelster) tegen een zone press. Rondom de middenspeler (omcirkeld) wordt een overtal situatie dynamisch ingericht. Rood 5 komt als extra speler in de zone achter de middenspeler. Als linksachter Rood-2, middenspeler Rood-4 en de extra speler met zijn drieën goed samenwerken, kan de bal achter de middenspeler komen en een 2-vs-1 naar de cirkel worden gespeeld. Linksachter Rood-2 moet herkennen waar het overtal wordt ingericht. Daarnaast moet middenspeler Rood-4 continu connectie houden met de spitsen op het veld. Wanneer het overtal wordt gespeeld, moet de middenspeler bepalen of de pass vanuit de linksachter rechtstreeks of via een kortere pass van de middenspeler achter de middenvelder komen. Voor rechtsachter Rood-3 en diepste spits Rood-6 betekent dit dat zij de ruimte op de rechterkant moeten inrichten, zodat een verplaatsing ook mogelijk blijft.

Wanneer speelsters van elkaar weten wat het gedrag is in bepaalde situaties, neemt het aantal onnodige fouten sterk af

In zaalhockey kan de tegenstander nooit alle passlijnen dichthouden, er zijn altijd opties om door de press te kunnen spelen. Als coach dien je daarom met jouw team een goede analyse te maken over welke spelers je in welke situatie het beste op welke positie van het veld wilt hebben. Want dan verhoog je het aantal mogelijke versnellingsmomenten per wedstrijd.

Versnellingsmogelijkheden
Twee mogelijkheden om te versnellen zijn in afbeelding 4 en 5 weergegeven.

Afbeelding 4. Een passerende pass door Rood-3. Om deze bal te kunnen spelen dient eerst ruimte gecreëerd te worden. De tegenstander staat in eerste instantie goed opgesteld en door eerst te binden en te vertragen aan de ene kant ontstaat er ruimte aan de andere kant. De passerende pass van Rood-3 wordt dan richting Rood-6 gespeeld.

Afbeelding 5. Een dynamische rechterkant is met de backhand lastig te verdedigen. Als rechtsachter Rood-3 give & go speelt, zorgt deze linie over linie tactiek voor een versnelling. Middenvelder Rood-4 wordt door de verdediger ingespeeld die op snelheid de bal krijgt teruggespeeld. De linksachter van de tegenstander krijgt zodoende een duel op snelheid te verdedigen en is kwetsbaar omdat er vanuit stilstand veel ruimte moet worden verdedigd.

Een derde manier om te versnellen is de 1-vs-1 met gebruik maken van individuele vaardigheden. Onze spitsen hebben heel veel techniektraining gehad. De backhand in de zaal wordt heel anders gebruikt. Wij zijn op zoek gegaan hoe we deze techniek functioneel konden toepassen zodat het echt een extra optie geeft als de bal op de backhand ligt: buiten de cirkel voor een korte pass, in de cirkel de hoge backhand als scorende techniek. Uiteindelijk een specialiteit van Maxime Kerstholt.

Maxime Kerstholt in actie. Foto: KNHB/Koen Suyk

Specialistisch trainen is in de zaal net zo belangrijk als op het veld

Analyse
De staf rondom een selectie is tegenwoordig een stuk groter dan een aantal jaar geleden. Videospecialisten zijn niet meer weg te denken en vervullen een enorme behoefte van coaches. Maar ook voor de individuele speler is het faciliteren van wedstrijdbeelden een gewenst onderdeel. Onze videoanalisten Thom Fokker en Maarten Bosman hebben van alle tegenstanders beelden verzameld en geanalyseerd. Doordat er twee specialisten aanwezig waren konden de wedstrijden direct gecodeerd worden. Als coaches kun je daardoor real time alles bekijken, terwijl de videospecialisten bij de wedstrijden blijven om alles vast te leggen. Tijdens een toernooi ben je als staf continue bezig om de speelsters te faciliteren. Om aan het einde van het toernooi niet uitgeblust te raken is met betrekking tot de videoanalyses de voorbereiding ook cruciaal. Alle data en analyses die voorafgaand aan het toernooi uitgewerkt kunnen worden, is tijd die je tijdens het toernooi voor andere dingen kunt benutten. Wij wisten van alle tegenstanders hoe ze speelden, wie de sleutelfiguren waren en welke wapens ze hadden. Elke avond tijdens de stafmeeting werd besproken:

  • Wat weten we al?
  • Wat moeten we nog checken?
  • Welke nieuwe dingen zien we?

Taakverdeling
De taken verdelen kan met een goede staf. Dat scheelt voor een coach veel tijd, energie en scherpte. Door in duo’s de analyses te maken kunnen twee specialisten met elkaar sparren. Dat werkte goed door aan de analyses een tijdsplanning te koppelen. De avond voor de wedstrijd werd alles aan elkaar gepresenteerd. Als je met elkaar hetzelfde doel hebt, is het goed om in deze besprekingen kritisch op elkaar te zijn om iedereen scherp te houden of te krijgen. Wij hadden een vast ritme opgesteld waarbij de speelsters als afronding van de dag een evaluatie over het eigen spel gepresenteerd kregen. De volgende dag startten we op met een videoanalyse over de aanstaande tegenstander. Daardoor hoefden we in de kleedkamer nog maar kort enkele zaken te herhalen. Als speelsters individueel beelden wilden kijken, waren er vier stafleden beschikbaar om dit klaar te zetten. Het verplichten om dit te doen zorgt er voor dat speelsters die op intuïtie willen spelen wellicht hun kracht verliezen. Het per individu bekijken wat nodig is, zorgt er voor dat je iedereen in zijn kracht laat. Het laagdrempelig maken om binnen te lopen bij de staf zorgt voor onderlinge connectie. Er werd hier gedurende het toernooi steeds meer gebruik van gemaakt.

Thom Fokker en Maarten Bosman. Foto: Frank Balvers

Halve finale
In de poulefase wonnen we onze drie wedstrijden, maar stonden we vervolgens in de halve finale verrassend tegen Hamburg. In de Bundesliga had Hamburg een hoog niveau gehaald en tegenstanders vanuit passing stuk gespeeld. Daarnaast werd vanuit de data inzichtelijk dat zij elke wedstrijd enorm veel cirkelpenetraties wisten te creëren.

In de halve finale stonden de verdedigers vaak rond de middenlijn en probeerden we in het omschakelmoment een spits zo snel mogelijk in de rug van de verdedigers te krijgen. Het creëren van een 3-vs-2 was daar het doel. In de wetenschap dat Duitse keepers altijd heel fanatiek in de cirkel keepen was het belangrijk om de tweede paal-positie in te vullen.

Er is een groot verschil tussen een cirkelpenetratie en een kans. In de zaal is het vervelend om tijdens een aanval te eindigen in de hoeken. Wanneer wij controle konden hebben op hun cirkelpenetraties zodat zij in de hoeken van de cirkel uit zouden komen, was er niet direct gevaar voor grote kansen. Vanuit deze positie op het veld is dan het vastzetten van de tegenstander makkelijker en dus kans op balwinst met ruimte naar de goal. Hun beste speelster (Anne Schröder) was bij veel gevaarlijke acties betrokken. Maar statistisch leverde zij ook de meeste ballen in.

Het aangeven van dergelijke concrete details in een time out of rustbespreking kan beslissend zijn. Doordat iedereen wist wat ze konden verwachten zaten we direct proactief in de wedstrijd. Uiteindelijk zou dit onze beste wedstrijd van het zaalseizoen zijn. Met minder cirkelpenetraties kregen we uiteindelijk veel meer kansen en zorgden onder andere vier doelpunten vanuit een omschakelmoment voor een finaleplaats.

Het aangeven van dergelijke concrete details in een time out of rustbespreking kan beslissend zijn

Finale
Voor wat betreft het spelen van een finale is de volgende aanpak gekozen. Eén avond konden we herstellen voordat we zondagmiddag de finale speelden. Waar speelsters na een halve finale uitrusten daar is de staf alweer bezig met het volgende moment. In de finale zou Elektrostal, de kampioen uit Rusland, een nieuwe tegenstander zijn. In voorbereiding op de finale kregen onze videoanalisten de rol om vanuit de Russische coach een game plan tegen ons te maken. Tijs en ik zouden de tegenstander analyseren. Opvallend was hun aanvalspatroon en het gedrag van de keepster, een voormalig ijshockeykeepster. Ze bleef lang staan en liet uitstekende reacties zien. Onze spitsen kregen daarom de opdracht om in een 1-vs-1 situatie snel te schieten. Dat we daaruit uiteindelijk twee doelpunten scoorden was een bevestiging van onze analyse.

Elektrostal hanteert een directe speelstijl, door veel via de lange bal een diepe spits te vinden. Via de balk eindigde de bal geregeld in de hoek, wat in dit geval met de specifieke kwaliteiten van Svetlana Eroshina toch voor gevaar zorgde. Door de achterhoedespeelster aan de balkant meer de balk dicht te laten houden, moest de tegenstander op zoek naar een nieuwe variant. Uiteindelijk wilden we dat zo’n speelster met unieke kwaliteiten zo min mogelijk aan de bal kwam. Ondanks de aanpassing bleven hun twee achterhoedespeelsters opbouwen vanuit laag op het veld. Verschil was dat de ruimtes nu anders bespeeld moesten worden. In de finale lag de ruimte om op snelheid te komen veel meer tussen het middenveld en de verdedigers. We hadden in de finale daardoor minder vaak een derde speelster in de aanval nodig.

In dit soort wedstrijden zijn het details die het verschil maken. De spelprincipes en teamafspraken ontwikkel je gedurende het zaalseizoen, maar belangrijk is dat je als team flexibel bent om je aan te passen aan de tegenstander. Wij hebben in zowel de halve finale als de finale niet (veel) meer cirkelpenetraties gehaald, maar wij waren wel veel gevaarlijker door een goede voorbereiding en analyse.

Tot slot
Al met al was de Europacup een heel succesvol weekend. Daarbij kijk ik niet alleen naar het positieve eindresultaat, maar vooral ook naar onze totale teamperformance. Met Laren Dames 1 zijn wij bewust bezig geweest met hoe we een hoog rendement konden halen in de cirkel en veel minder met hoe vaak we in de cirkel zouden komen.

Door onze teamdynamiek ontstond een omgeving die zorgde voor prestaties. We hebben met alle betrokkenen gedurende het gehele zaalseizoen een programma ontwikkeld waardoor we konden groeien en op de juiste momenten excelleren.

Het momentum in zaalhockey kan binnen een enkel ogenblik veranderen en dus wint vaak het team dat mentaal het beste in elkaar zit, maar mijn conclusie is ook dat met een goed plan het voor elk team mogelijk is om een fantastisch zaalseizoen te organiseren.

  • Hockeyvisie
Bekijk alle hockey visies

Deel deze pagina