Periode 1 Oefening 1.1

  • 8 spelers
  • Half veld
  • < 7 jr.
  • ca. 15 min.

Doel

Gooien, vangen, dribbelen en slaan; Wandelen en rennen

Benodigdheden

ballen
1
pylonen
4

Organisatie

De kinderen beginnen met elkaar te leren kennen. Alle kinderen staan in een cirkel. Ze rollen de bal naar elkaar toe, terwijl ze hun eigen naam en die van de ontvanger noemen.

Moeilijker maken

  • De afstanden groter maken.
  • Een tweede bal in het spel brengen waardoor er twee ballen tegelijkertijd gaan rollen.
  • Nadat het kind de bal gerold heeft en de namen gezegd heeft, rent het kind naar een andere plek in het vierkant. Zo komen ze in beweging.
  • Bal rollen met één hand.

Tips voor de trainer

  • De grote bal rollen met twee handen.
  • Let op dat de kinderen niet te ver van elkaar staan, maar ook niet te dicht bij elkaar. Het rollen moet net lukken.