Periode 4 Oefening 2.1

  • 8 spelers
  • Half veld
  • < 7 jr.
  • ca. 15 min.

Doel

Balanceren, vallen, rijden en glijden; Springen en landen

Benodigdheden

ballen
8

Organisatie

Leg de vier touwen naast elkaar. De kinderen gaan als acrobaten over de touwen heen lopen. Ze kunnen vooruit, zijwaarts en achterwaarts over het touw lopen. Tijdens het lopen krijgen ze een bepaalde taak toegewezen. Bijvoorbeeld dat ze halverwege de grond aanraken of tweebenig van het touw af springen en weer erop, of dat ze tijdens het lopen moeten klappen.

Tips voor de trainer

  • Zorg dat ze niet te grote stappen maken en hun armen gebruiken voor balans.

Moeilijker maken

  • Maak er een estafette van waarbij ze op de heenweg over het touw lopen en de terugweg verschillende vormen van springen, bijvoorbeeld kangoeroe- of pinguïn- of kikkersprongen.
  • Met een stok of bal in de hand over het touw lopen.
  • Geef ze één extra taak per keer en niet meer, tenzij je het idee hebt dat je ze extra kan uitdagen.