Les 26 oefening 1

Doel

Balanceren, vallen, rijden en glijden; Gooien, vangen, dribbelen en slaan

Benodigdheden

Organisatie

Kinderen gaan als een estafette over het touw balanceren, terwijl ze een tennisbal in hun hand hebben. Zodra ze op het einde van het touw zijn, springen ze in de hoepel (vloer is lava) en vanaf daar gooien ze de tennisbal in de goal.

Tips voor de trainer

• Gebruik de armen tijdens het balanceren. Maak een wedstrijd welk twee-/drietal de meeste goals maakt.

Moeilijker maken

• Achteruit over het touw lopen.