Fase 2: Opbouw eigen helft versus storen – D-jeugd
Doel
Spelen van 1:1 en 2:1/2:2 op kant, met gebruik van dreiging en schijn.
Uitleg
1 tegen 1 naar 2 tegen 2.
Organisatie
Veld: half veld.
Algemeen
• Speelrichting van een wedstrijd hanteren
• Doelen in het midden van het veld om het besef van de spelcontext te stimuleren (vanuit waar verdedig ik en waar moet ik op scoren?).
• 1:1 : de trainer speelt een bal op oranje 1 of blauw 2. Het doel van de balbezitter is scoren. Het doel van de verdediger is een doelpunt voorkomen en zelf scoren.
• 2:1 : de trainer speelt een bal op oranje 1 of blauw 2. Als oranje 1 de bal krijgt, mag oranje 3 meedoen in het speelveld van oranje 1.
Oranje 1 en 2 spelen een 2:1 op blauw 4 (idem als oranje 3 de bal krijgt).
• 2:2 : idem als 2:1, als blauw 2 de bal afpakt mag blauw 4 meedoen met de aanval in het vak van oranje 1 (vak A).
Tips balbezit
• Voer schijnactie uit bij het passeren.
• Snij in na een passeeractie; bescherm de bal ten opzichte van de verdediger.
Tips niet-balbezit
• Zoek zo snel mogelijk de tegenstander op.
• Houd de stick aan de bal.
• Houd de tegenstander vóór je (op forehand).
Tips omschakelen
Bij balverlies:
• Zet direct druk op de balbezitter, snij de kortste weg naar het doel af.
Bij balwinst:
• Voer een snelle actie/doelpoging richting doelen uit.
Makkelijker maken
• Wijzig regelmatig de start locatie.
Moelijker maken
• Varieer de aangooisnelheid.