Hockeyen met een lichamelijke beperking

Paul van Praagh: 'LG-hockey is gewoon, maar net iets anders'

Inleiding

LG-hockey is voortgekomen uit de behoefte van spelers en ouders om te gaan of blijven hockeyen ondanks een lichamelijke beperking. Tot de D-jeugd kan een kind met een lichte lichamelijke beperking meestal wel meekomen binnen het reguliere hockey. Daarna gaat het spel te snel en blijkt de beperking een te grote handicap om met valide teamgenootjes te kunnen blijven spelen. Het bestuur van hockeyclub Amsterdam besloot rond 2000 (in navolging van onder andere hockeyclub Push uit Breda) LG-hockey op de kaart te zetten.

Resultaten

  • LG-hockey zorgt voor heel veel plezier zowel op als langs het veld. Het is een inspirerende vorm van hockey, waar veel mensen nog wat van kunnen leren. Wanneer er iemand valt, wordt er netjes gewacht en helpen de spelers elkaar weer overeind. Hoewel het sport blijft, en dat ook hier soms hard gaat, wordt daarvoor wel de tijd en de sympathie opgebracht.
  • Hockeyclub Amsterdam heeft dertien jaar na de opstartfase twee LG-hockeyteams binnen haar gelederen: een zestal en een achttal. Landelijk spelen er veertien teams, verdeeld over twee competities (zes- en achttallen).
  • Werden in het begin alle wedstrijden verloren, tien jaar later werd hockeyclub Amsterdam kampioen. Sinds die tijd doen beide LG-teams van Amsterdam mee om de prijzen.
  • LG-hockey is geïntegreerd in hockeyclub Amsterdam. Zo nemen de LG-hockeyers deel aan activiteiten als Sinterklaas en clinics, en geven enkele LG-hockeyers training aan de Jongste Jeugd.
  • LG-hockey is ook binnen het beleid van Amsterdam verankerd. Dat neemt niet weg dat Paul van Praagh, als vertegenwoordigend lid LG-hockey in de technische staf, LG-hockey op de kaart moet blijven zetten (denk bijvoorbeeld aan het ruimte inplannen voor zaalhockey van de LG-teams).

Aanpak

KNHB-stappenplan biedt goede basis
Aan de hand van de handleiding van de KNHB en het bijbehorende stappenplan zette het bestuurslid Jeugd en een betrokken ouder (en tevens arts) van de Amsterdamse hockeyclub de organisatorische kaders op. Ook werd Paul van Praagh (sociaal pedagoog en gespecialiseerd in het begeleiden van de Jongste Jeugd bij de Amsterdamse club) gevraagd om de trainingen te verzorgen. Vervolgens diende de vraag zich aan hoe te komen aan voldoende spelers. Het aantal kinderen met een beperking dat al bekend was bij de club, was te klein om zelfstandig als team aan de slag te gaan. Dat zou de betrokken kinderen waarschijnlijk ook te weinig voldoening geven.

Werving LG-hockeyers door proeftrainingen
Aangezien aanmeldingen van buiten niet vanzelf kwamen, ondernamen vrijwilligers vervolgens allerlei acties om het Amsterdamse initiatief onder de aandacht te brengen. Er werd gebeld met instanties en instellingen die direct dan wel zijdelings met kinderen met een lichamelijke beperking te maken hebben, en ook werden gehandicaptenorganisaties bezocht. Het eerste succes werd geboekt bij de mytyl- en tyltylschool Amsterdam, en later ook bij de Nooteboomschool voor kinderen met chronisch medische problematiek. Daar gaf Paul van Praagh enkele hockeylessen die kinderen enthousiasmeerde om ook eens een proeftraining te volgen. Acht kinderen vonden de kennismaking met het hockey zo leuk, dat zij lid werden van hockeyclub Amsterdam.

Eerst alleen trainen, later competitie
In begin werd er met de spelersgroep alleen getraind en af en toe een wedstrijdje gespeeld. Een onderneming die qua vervoer (soms moet er een rolstoel of rollator mee) net even wat meer voorbereiding kan vergen dan een wedstrijd van een regulier hockeyteam. Vervolgens werd er tot het seizoen 2012-2013 competitie gespeeld in toernooivorm, vijf à zes keer per seizoen. Inmiddels is het LG-hockey zowel kwalitatief als kwantitatief dusdanig gegroeid dat er landelijk twaalf teams spelen, verdeeld over twee competities: een voor zestallen (jongere jeugd) en een voor achttallen (oudere jeugd en senioren).

Niveau en opleiding traininers
Alhoewel hockeyclub Amsterdam begonnen is met iemand die ook beroepsmatig onderlegd is, beleggen veel clubs het trainen van LG-hockeyers bij enthousiaste vrijwilligers. Dat is volgens Van Praagh een prima uitgangspunt, mits die vrijwilligers affiniteit hebben met LG-hockey, methodisch redelijk goed onderlegd zijn en welwillend zijn om zich te verdiepen in de problematiek van de desbetreffende hockeyers. Naarmate het niveau van het LG-hockey stijgt – zoals dat op hockeyclub Amsterdam het geval is – vereist het niveau van de trainers meer dan de basiskennis van de vaardigheden en technieken.

Weinig aanpassingen aan accomodatie
Eigenlijk heel gewoon, maar toch net even anders. Zo laat LG-hockey zich het best omschrijven. Het is precies zoals met name de spelers het zelf willen. Een voorwaarde om aan LG-hockey mee te kunnen doen, is zelfstandig kunnen lopen (dus niet rolstoelafhankelijk). Veel aanpassingen heeft hockeyclub Amsterdam dan ook niet gedaan of hoeven doen om LG-hockey binnen de club te kunnen omarmen.

Sponsoring voor vervoer en extra activiteiten
Aangezien sommige kinderen zich buiten het hockeyveld bewegen met behulp van een rollator of rolstoel, kan aangepast vervoer naar trainingen en wedstrijden nodig zijn. Hockeyclub Amsterdam heeft af en toe kunnen rekenen op giften van onder andere de Rotary, Vrienden van hockeyclub Amsterdam en gelden uit bijvoorbeeld een clinic van Dames I. Daarmee werden extra trainingsmaterialen, de huur van zalen in de winterstop en andere activiteiten bekostigd. Tot voor kort was er een subsidie voor bijzonder vervoer mogelijk via de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Amsterdam.

Aangepaste spelregels en materialen
LG-hockey wordt gespeeld met een (voor visueel gehandicapten vaak gekleurde) minihockeybal die iets lichter en daardoor veiliger is dan een normale bal. De regels op het veld zijn op één punt aangepast: LG-hockey kent een zogenoemde ‘beschermde speler’. Deze hockeyers – die zonder ‘bescherming’ niet aan het spel zouden kunnen meedoen – krijgen een hesje aan waardoor de andere spelers weten dat zij hen niet mogen aanvallen. De beschermde spelers mogen op eigen helft tien stappen met de bal zetten en op de aanvallende helft vijf stappen.

Bekijk alle best practices


Deel deze pagina