Omgaan met ouders

“Ouders van sporters: je kunt niet met en niet zonder ze”, aldus oud-judocoach Cor van der Geest tijdens een lezing van NLcoach. Ouders spelen uiteraard een heel belangrijke rol in het leven van (jeugd)sporters en dus ook in de sport(beleving) van hun kind. Denk aan hun gedrag langs de lijn, de gesprekken tijdens de autoritjes van en naar de trainingen en wedstrijden, maar ook thuis aan de keukentafel. Het gedrag van de ouders in deze situaties wordt bepaald door hun ideeën over presteren, hun verwachtingen en wat zij denken dat de ideale support van ouders is. In dit Hockeyvisie artikel gaat sportpsychologe Afke van de Wouw in op de rol die ouders spelen bij de sportbeleving van hun kind(eren).

Kinderen hebben ouders nodig om te kunnen sporten. Financieel, voor vervoer, maar ook voor emotionele steun bij bijvoorbeeld tegenslag. Met de beste bedoelingen kan de emotionele betrokkenheid van ouders ook te groot zijn, waardoor het kind dit meer als druk ervaart. Bijvoorbeeld door te hoge verwachtingen van capaciteiten van hun kind, of doordat ouders meer de nadruk op winnen leggen dan op plezier. Wat je ook veel ziet is dat ouders (te)veel sportspecifieke tips geven en daarmee de rol van de trainer en/of coach overnemen. Deze tips kunnen goed bedoeld zijn, maar de kans bestaat dat ze niet overeenkomen met de aanwijzingen van de trainer/coach en dan komt het kind in tweestrijd. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin de trainer/coach voorafgaand aan de wedstrijd heeft gezegd dat zijn team aanvallend gaat spelen en de ouder langs de kant steeds roept dat zijn kind moet zakken en bij zijn mannetje moet blijven. Het kind krijgt dan tegenstrijdige instructies en weet niet wat te doen. Grote kans dat hij zowel loyaal wil blijven aan zijn trainer/coach als aan zijn ouder. En dan hebben we het nog niet eens over de invloed van gillende, vloekende, negatieve ouders langs de lijn.

Door zowel de tips als het negatieve commentaar van ouders kan bij kinderen het plezier in sporten afnemen. Uit onderzoek blijkt zelfs dat vier op de tien kinderen wil stoppen met sport door te fanatieke ouders. Ouders blijken ook meer invloed op het sportgedrag van kinderen te hebben dan de coach. Ze hebben invloed op het zelfvertrouwen van de jeugdsporter, de wedstrijdspanning en de motivatie van het kind. Genoeg reden dus om het contact met de ouders niet uit de weg te gaan (“Ze zijn toch alleen maar lastig.”), maar deze juist op te zoeken. Dit kan met alle ouders tezamen op een ouderavond of alleen met ouders en kind.

Eén element van jeugdsport trek ik slecht en dat heeft niets met de kinderen te maken, maar alles met hun ouders, en met hoe bizar fanatiek en bemoeizuchtig die soms kunnen worden.

Voetbalvader Tonie Mudde in De Volkskrant (20-01-2020)

Foto: KNHB/Koen Suyk

Ouderavond
Zoals bij de pijler ‘structureren’ van de vier inzichten over het trainerschap naar voren komt, is het ook belangrijk om met ouders verwachtingen uit te spreken, afspraken te maken en ze aan te spreken. Een ouderavond kun je hier goed voor gebruiken. Deze avond wordt bij voorkeur aan het begin van het seizoen gegeven zodat meteen duidelijk wordt wat éénieder van het komende seizoen kan verwachten.

De trainer/coach kan op zo’n ouderavond aangeven wat zijn aanpak is. Ook kan hij meer vertellen over de waarden die hij belangrijk vindt voor het team, waarom hij voor deze waarden heeft gekozen en welke consequenties deze waarden hebben. Zo kan bij jeugdteams de waarde ‘ontwikkeling’ verkozen worden boven ‘winnen’ met de reden dat kinderen meer plezier ervaren als ze merken dat ze (persoonlijke) vooruitgang boeken, ook als ze verloren hebben. Dit heeft als consequentie dat iedereen bijvoorbeeld evenveel speeltijd zal krijgen en niet alleen de beste spelers (het langst) spelen. Als dit aan het begin van het seizoen duidelijk gecommuniceerd wordt, hoeft de coach na wedstrijden minder uit te leggen waarom “mijn kind gewisseld werd, terwijl hij zo goed speelde”.

Zo kan bij jeugdteams de waarde ‘ontwikkeling’ verkozen worden boven ‘winnen’; met de reden dat kinderen meer plezier ervaren als ze merken dat ze (persoonlijke) vooruitgang boeken, ook als ze verloren hebben.

Foto: KNHB/Frank Uijlenbroek

Daarnaast kan de ouderavond ook goed gebruikt worden voor praktische afspraken: hoe, wat, wie en waar? Bijvoorbeeld: hoe laat begint de training? Hoe lang van tevoren moeten de kinderen aanwezig zijn? Hoe ziet het wedstrijdschema eruit? Wat moeten ze aan? Wie rijdt wanneer? Wie wast de tenues? Waar verzamelen we?

Maar ook afspraken over hoe we met elkaar omgaan. Welke manier van coaching is wenselijk? Dat betreft zowel de coaching van de staf als van de ouders. Daarin kan meer worden verteld over (het effect) van positief en negatief coachen en over de eerdergenoemde tweestrijd waarin een kind zich kan bevinden als het zowel van de trainers als van de ouders inhoudelijke feedback krijgt.

In het werkblad ‘ouderavond’ staan allerlei tips die je kunnen helpen bij het opzetten van zo’n ouderavond. Dit werkblad is mede gebaseerd op de video ‘Kracht van gezag’ van psycholoog Steven Pont.

Mochten er nu (te) weinig ouders opdagen op een ouderavond, dan is het ook mogelijk om een paar keer in het seizoen met de ouders in de kleedkamer te gaan zitten op het moment dat de jeugdsporters bezig zijn met de warming-up. De meeste ouders zijn er dan toch om naar hun kinderen te kijken en hebben dan even niets te doen.

Als je wilt dat je kind omhoog komt, moet je er niet bovenop gaan zitten.

Juf Ank uit de serie ‘De Luizenmoeder’

Foto: KNHB

Communicatie tussen ouders, kind en coach
Naast een ouderavond aan het begin van het seizoen is de communicatie tussen ouders, kind en coach ook heel waardevol. Neem daarom gedurende het seizoen regelmatig even de tijd om het gesprek met ouders en kind aan te gaan. Reflectie is daarbij belangrijk. Kijk samen terug op hoe de waarden zijn ervaren en de daarbij behorende afspraken door iedereen zijn uitgevoerd. Was de coaching van de coach positief en taakgericht? Waren de aanmoedigingen van ouders positief en niet inhoudelijk? Hoe heeft het kind dit ervaren? Zijn de praktische afspraken goed verlopen? Spelen er privé nog zaken die belangrijk zijn voor de staf om te weten? Bijvoorbeeld een scheiding van de ouders of dat bij de sporter ADHD is geconstateerd.

Verder is het ook belangrijk dat de vereniging de ouders kan ‘garanderen’ dat een deel van de opvoeding van het kind in pedagogisch-didactische zin in veilige handen is bij de trainer/coach. Als ouders dat met een gerust(er) hart kunnen toevertrouwen aan een derde (idem in het onderwijs), dan gaat de betrokkenheid mogelijk iets meer richting enthousiast/stimulerend ‘supporteren’ en minder met een tunnelvisie gericht op het belang van het eigen kind.

Ik heb toen (na de verkeerde wissel op de Olympische Spelen in Vancouver) echt even afstand van het schaatsen genomen. Ben toen veel thuis geweest, bij vrienden en familie. Dat heeft me wel doen beseffen dat er meer dingen zijn dan schaatsen. Daar heeft mijn moeder zeker een grote rol in gespeeld.

Schaatser Sven Kramer in de video ‘Het grootbrengen van een topatleet’

Nu kan het overkomen dat ouders alleen maar lastig zijn, maar dat is zeker niet het geval. Dit blijkt ook uit de quote van Sven Kramer en de video Thank You, Mom over de sporters die in 2016 actief waren op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Ouders zijn zeer waardevol voor sporters en het gedrag van ouders komt voort uit goede bedoelingen. Kijk daarom of je hun betrokkenheid kunt gebruiken. Hoe je ze op een positieve manier kunt inzetten en betrekken. Dit kan bijvoorbeeld door ze kort te informeren als er iets bijzonders is gebeurd tijdens de training of wedstrijd (“Ik vond hem erg stil en teruggetrokken vandaag. Speelt er wat? Misschien iets om naar te vragen.”). Of door ze specifieke taken te geven (“Zou jij het rijschema willen opstellen en delen met ons en de rest van de ouders?”). En vergeet niet: sporters hebben veel aan hun ouders te danken.

Mijn vader heeft er alles aan gedaan zodat ik kon slagen in de Formule 1. Zonder hem zou ik niet staan waar ik vandaag sta. Daar ben ik hem ongelofelijk dankbaar voor.

Formule 1-coureur Lewis Hamilton in Het Laatste Nieuws (07-02-2020)

Een mooi hockeyseizoen: samen maken we het leuk!

We willen graag dat iedereen met plezier kan hockeyen, zichzelf kan zijn en zich positief kan ontwikkelen. Dat klinkt logisch maar hoe pak je dit aan? Wat heb je nodig om er met elkaar een mooi seizoen van te maken? Hoe kun je met alle betrokkenen op een positieve en opbouwende manier werken aan de teamspirit en clubsfeer? We vroegen het coaches, trainers, teammanagers, scheidsrechters, bestuurders, en natuurlijk spelers en speelsters. Zij noemden de thema’s: positief langs de lijn, afspraken maken, enthousiasme uitstralen, interesse tonen, een voorbeeld zijn en waardering en vertrouwen geven.

Deze thema’s zijn verwerkt in een reeks video’s binnen de campagne ‘Een mooi hockeyseizoen: hoe pak je dat aan?‘. Een belangrijk thema hierin zijn de ouders. Bekijk hieronder de video over ‘Positief langs de lijn’ en ga binnen jouw vereniging aan de slag met alle tips!

Bronnen

  • Hockeyvisie
Bekijk alle hockey visies

Deel deze pagina