Inhoudelijke onderbouwing herijking opleidingslijn jeugdhockey
De KNHB heeft, met haar Visie op de ontwikkeling van de Hockeyer als vertrekpunt en op basis van verzamelde informatie besloten om de jaarlagen in de jeugdlijn uit te breiden met één extra laag (O11). Met deze extra jaarlaag sluit de opbouw van het jeugdhockey in Nederland volgens de KNHB beter aan de huidige opbouw van het jeugdhockey en haar visiedocument. Daarnaast heeft de KNHB besloten dat 9×9 op driekwart veld de competitievorm is in de nieuwe O11-categorie. De jaarlaag O12 speelt 11x 11 op een heel veld.
Onderbouwing
De KNHB is er van overtuigd dat de invoering van 9 tegen 9 in de categorie O11 de beste omstandigheden en randvoorwaarden schept voor zowel de ontwikkeling als het spelplezier van kinderen. Daar ligt veel onderzoek en bewijsvoering aan ten grondslag vanuit de volgende componenten:
- Benchmarkinventarisatie van wedstrijdvormen uit andere sporten (waaronder voetbal).
- Benchmarkinventarisatie van buitenlandse hockeybonden.
- Literatuuronderzoek uitgevoerd door het expertisecentrum van de KNHB.
- Praktijkonderzoeken
- Een evaluatie enquête onder technisch managers, trainer-coaches en deelnemers aan 9-9 in het seizoen 2024-2025.
- Klankbordgesprekken met experts.
Hieronder lichten we de afzonderlijke componenten kort toe.
Benchmarkinventarisatie
- In Duitsland, België en Engeland wordt op basis van inhoudelijke argumenten pas in de O14 voor het eerst 11×11 op een heel veld gespeeld. In Spanje speelt men bewust nog altijd 9×9 in deze leeftijdscategorie en gaat de jeugd boven 14 jaar pas 11×11 op een heel veld spelen.
- Engeland en Spanje spelen 7×7 bij O12 en Duitsland 9×9 bij O12, alle drie met twee jaarlagen in één categorie vanwege de aantallen (O10-O12-O14 opbouw).
- België paste eerder met het oog op een competitie op ieders niveau met gelijkwaardige teams in 2014 de jaarlagen al aan. Zij spelen sindsdien in de volgende categorieën: O7-O8-O9-O10-O11-O12. Waarbij O10, O11 én O12 8 tegen 8 spelen.
- De voetbalbond KNVB is een aantal jaar geleden na breed onderzoek en een vervolgtraject met o.a. fieldlabs overgestapt naar kleinere aantallen spelers bij O11 en O12 jaar. Zij spelen 8×8 in deze categorie en pas bij O13 voor het eerst 11×11. Spelplezier en ontwikkeling waren ook voor de KNVB de belangrijkste criteria om voor deze opbouw te kiezen.
Literatuuronderzoek uitgevoerd door het expertisecentrum van de KNHB
- Als onderbouwing voor de Visie op de ontwikkeling van hockeyers en de Herijking van het competitieaanbod voor de (jongste) jeugd bestudeerden we (talent)ontwikkelingsmodellen die aansluiten bij de (Nederlandse) sportpraktijk in het algemeen en de hockeypraktijk in het bijzonder. Daarbij keken we naast wetenschappelijke studies ook naar het gebruik van modellen die al ontwikkeld zijn door andere partijen. Uit deze onderzoeken blijkt dat er significant bewijs is dat kleinere spelvormen bijdragen aan de ontwikkeling en betrokkenheid van spelers en dat kleinere velden en minder spelers leidt tot meer betrokkenheid, onderscheppingen en duels.
- De KNHB heeft in de visie op de ontwikkeling van hockeyers een duidelijke keuze gemaakt voor een speler- en spel-gecentreerde aanpak in het (jeugd)hockey. Op basis van verschillende modellen koos de KNHB voor een aanpak die voor kinderen tot 12 jaar inhoudt dat er vooral ingezet wordt op spelend leren hockeyen (deliberate play).
Daarbij hoort een opbouw die toestaat dat er omstandigheden worden gecreëerd waarin zo optimaal mogelijk het spel hockey aangeleerd kan worden. Door het spelen in kleinere spelvormen met daarbij aangepaste regels en veldgrootte, worden deze omstandigheden zo veel mogelijk gecreëerd, niet alleen in trainingsvormen, maar ook in wedstrijdvormen en/of competitieformats.
Verschillende soorten praktijkonderzoek
- Vijf fieldlabs waarbij de verschillende vormen getest zijn met gebruik van o.a. videobeelden, GPS metingen en interviews onder deelnemers, trainer-coaches en technisch managers. Dit onderzoek voerde de KNHB uit waarbij we werden ondersteund door studenten en onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). De fieldlabs vonden plaats op AH&BC, Kampong, Schaerweijde, Oranje Rood en Ede.
- De KNHB organiseerde twee vervolg fieldlabs. Deze vonden plaatsop Ares, uitgevoerd in een toernooivorm en met en bij Sportways Camps and Clinics.
Evaluatie enquête onder verenigingen
Eind november vroegen we alle 221 verenigingen die op dat moment 9×9 s speelden hun feedback op deze spelvorm met ons te delen via een enquête. In totaal hebben 313 functionarissen van 92 verenigingen de enquête ingevuld. Het gaat daarbij om trainers, coaches en verenigingsfunctionarissen zoals technisch managers. Samengevat leverde dit de volgende resultaten op:
- 81% van de 313 trainer-coaches en verenigingsfunctionarissen (waaronder 221 trainer-coaches) is positief tot zeer positief over de spelvorm 9-9.
- 65% van de 313 trainer-coaches en verenigingsfunctionarissen is van mening dat 9-9 het spelplezier vergroot.
- 72% van de 313 trainer-coaches en verenigingsfunctionarissen is van mening dat 9-9 de ontwikkeling bevordert.
Ook de 107 verenigingen die nog geen 9×9 spelen is gevraagd hun ervaringen met de KNHB te delen. In totaal hebben 35 verenigingen de enquête ingevuld.
De resultaten van beide enquêtes hebben we weergegeven in een factsheet die je hieronder kunt downloaden.
Klankbordgesprekken met experts (diverse KNHB-bondscoaches en -kader)
Alle benaderde experts zien en onderschrijven de voordelen van 9×9 ten opzichte van 11 tegen 11 voor jongere kinderen als onderdeel van de opbouw in de jeugd. Ook van een splitsing in twee jaarlagen waarbij de O11 9×9 speelt en de O12 11×11, zijn zij voorstander. Een aantal citaten uit deze gesprekken:
- “Als je 11×11 vergelijkt met 9×9 dan krijgen nog steeds de beste spelers het meeste de bal, maar de kinderen eromheen krijgen allemaal meer de bal dan bij 11×11.”
- “De stap van 8×8 op een half veld naar 11×11 op een heel veld is voor de eerstejaars O12 nu veel te groot. Van kinderen wordt ineens verwacht dat ze in plaats van 8 meter passes ineens 40 meter passes over het hele veld kunnen geven en daar zijn ze om meerdere redenen dan nog niet aan toe.”
- “Kinderen hebben de fysieke capaciteiten en basisvaardigheden doorgaans nog niet voldoende om in de O11 11×11 op een heel veld te spelen. Daardoor wordt een heel groot deel van het veld niet benut. Er wordt daardoor soms 10 minuten op een kant gespeeld totdat 1 speler of speelster de bal weet te verplaatsen en dan wordt er weer 10 minuten aan de andere kant gespeeld.”
- “Ook voor talentvolle kinderen is van 8×8 naar 9×9 naar 11×11 de beste opbouw.”
Uitgebreidere informatie over dit besluit lees je in het nieuwsbericht van 31 januari en in de veelgestelde vragen.