Ontwikkelen van een leerlijn
Hockey is een dynamische en complexe sport waarin spelers voortdurend beslissingen moeten nemen en technieken toepassen in een snel veranderende omgeving. Om trainers en coaches te ondersteunen bij het opbouwen van gestructureerde en doelgerichte trainingen, heeft de KNHB in 2019 oefenstof ontwikkeld. Deze oefenstof dient als inspiratie voor het voorbereiden van trainingen en sluit aan bij de bredere visie op de ontwikkeling van hockeyers en de visie op spel en spelontwikkeling van de KNHB.
Om deze oefenstof op een gedegen en systematische manier op te bouwen, is een leerlijn ontwikkeld. Dit artikel gaat niet diep in op elk aspect van de leerlijn, maar geeft een overzicht van hoe deze tot stand is gekomen en welke uitgangspunten eraan ten grondslag liggen. Bij elk onderwerp wordt verwezen naar aanvullende artikelen waarin het onderwerp uitgebreid wordt behandeld.
De leerlijn kan als voorbeeld en leidraad dienen voor verenigingen die een eigen opleidingsstructuur willen ontwikkelen. Daarbij is het belangrijk om niet alleen de algemene richtlijnen te volgen, maar ook te kijken naar wat de vereniging uniek maakt en hoe dit in de leerlijn verwerkt kan worden.
Visie op de ontwikkeling van hockeyers
In de visie op de ontwikkeling van hockeyers benadrukt de KNHB dat iedere speler recht heeft om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. In deze speler gecentreerde benadering wordt gekeken naar de unieke kwaliteiten van het individu en hoe spelers zich met het meeste plezier kunnen deelnemen aan de hockeysport. Daarin staan het ervaren van autonomie (ik mag zelf keuzes maken), verbondenheid (ik speel met vrienden in een leuk team op een veilige plek) en competentie (ik ervaar dat hockey me uitdaagt, maar ook lukt), en dus de speler centraal. In de leerlijn die ontwikkeld is wordt hiermee rekening gehouden: er is gekeken naar speluitdagingen, tactieken, versnellingsprincipes en technieken die passen bij de ontwikkelingsfases van kinderen (motorisch, cognitief en sociaal-emotioneel).
Meer weten over de visie achter de leerlijn? Lees het artikel op de KNHB-website:
https://www.knhb.nl/kenniscentrum/verenigingsondersteuning/visie-op-de-ontwikkeling-van-hockeyers
Visie op spel en spelontwikkeling
De KNHB kiest in haar visie op spel en spelontwikkeling voor een spel-gecentreerde benadering van het leren hockeyen, in tegenstelling tot een techniek-gecentreerde aanpak. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat een spel-gecentreerde methode bijdraagt aan een solide basis voor het aanleren van spelsporten zoals voetbal, hockey en handbal. Dit betekent dat trainingen zoveel mogelijk worden ingericht vanuit wedstrijdsituaties, met een meer indirecte didactische aanpak.
Hockey is echter een complexe sport. Spelers moeten hun bewegingen voortdurend aanpassen aan een veranderende omgeving. Daarnaast maakt de combinatie van de stick (met een klein raakvlak en slechts één bespeelbare kant), de kleine bal en de naar beneden gerichte houding hockey extra uitdagend voor jonge kinderen. Bovendien kent de sport veel verschillende technieken en speelt veiligheid een belangrijke rol, vanwege de harde stick en bal.
Om deze redenen streeft de KNHB naar een gebalanceerde aanpak: spel gecentreerd als het kan, techniek gecentreerd als het moet. Dit principe komt tot uiting in het door de KNHB ontwikkelde didactische model, waarin drie oefenvormen centraal staan:
- Wedstrijdvorm: De oefening wordt zoveel mogelijk in de context van het spel aangeboden. Hierbij zijn altijd balbezit (BB), niet-balbezit (NBB), omschakeling (OS), een doel en een speelrichting aanwezig.
- Spelvorm: De oefening wordt uit de directe wedstrijdcontext gehaald, maar bevat nog steeds BB, NBB en OS (en waar mogelijk ook doel en richting). Een voorbeeld hiervan is een balbezit-oefening.
- Oefenvorm: Dit zijn technisch-gecentreerde oefeningen buiten de spelcontext, zoals overspelen, al dan niet in een gestructureerde situatie.
Door deze aanpak krijgen spelers een beter begrip van het spel én ontwikkelen ze de noodzakelijke technische vaardigheden om effectief te presteren op het veld.
Benieuwd naar de visie op spelgericht trainen? Lees de artikelen:
https://www.knhb.nl/kenniscentrum/hockey-visie/oog-voor-techniek-in-spelgericht-trainen
https://www.knhb.nl/kenniscentrum/hockey-visie/spelgericht-trainen
Speluitdagingen in hockey
Hockey is een doelspel: twee teams strijden tegen elkaar en proberen te scoren in het doel van de tegenstander, terwijl ze tegelijkertijd hun eigen doel verdedigen. Bij de ontwikkeling van de leerlijn is onderzocht welke speluitdagingen specifiek bij hockey horen. Hierbij is gebruik gemaakt van het boek Spelinzicht van Zondag et al. (2018) en daaruit komen vier kernuitdagingen naar voren:
- Balbezit houden en overspelen: Een speler in balbezit probeert de controle over de bal te behouden. Dit kan door zelf te dribbelen of door de bal over te spelen naar een vrijstaande teamgenoot.
- Vrijlopen en de bal aannemen: Om een pass te kunnen ontvangen, moet een speler zich vrijmaken van de tegenstander. Dit betekent actief vrijlopen en zich goed positioneren. Zodra de bal wordt toegespeeld, moet deze gecontroleerd worden aangenomen om het spel vloeiend voort te zetten.
- In scoringspositie komen en scoren: Scoren is het uiteindelijke doel van het spel. Hockey kent specifieke regels en technieken om tot een doeltreffende poging te komen, afhankelijk van de positie op het veld en de situatie in het spel. Het aanleren van deze technieken speelt daarom een belangrijke rol binnen de leerlijn.
- Bal afpakken en overspelen belemmeren: Een team zonder balbezit probeert de bal zo snel mogelijk te veroveren door de passing van de tegenstander te verstoren of de bal direct af te pakken. Dit is essentieel om zelf weer een aanval op te kunnen zetten.
Drie van deze speluitdagingen richten zich op balbezit, terwijl er één draait om verdedigen en balherovering. In de leerlijn wordt daarom niet alleen aandacht besteed aan aanvallende tactieken en technieken, maar ook aan verdedigende vaardigheden. Zo leren spelers hoe ze zowel effectief aanvallen, als de tegenstander ontregelen.
Tactieken in hockey
Na het vaststellen van de speluitdagingen kunnen verschillende tactieken worden onderscheiden. Deze tactieken zijn geen vaste spelconcepten of opstellingen, maar sluiten aan bij de eerder besproken speluitdagingen en de in de volgende paragraaf beschreven versnellingsprincipes. De belangrijkste tactieken zijn:
- Duelleren (1 tegen 1)
- Overtal (2 tegen 1)Ondertal (1 tegen 2)
- Meer tegen meer (2 tegen 2, 3 tegen 3, etc.)
- Omschakelen
Tactieken en spelersontwikkeling
Niet alle tactieken zijn geschikt om al vanaf jonge leeftijd aan te leren. De fysieke en cognitieve ontwikkeling van spelers bepaalt welke tactische principes op welk moment aan bod komen. Bij de opbouw van de leerlijn zijn deze leeftijdskenmerken meegenomen.
Wil je meer weten over de kenmerken in verschillende leeftijdscategorieën, bekijk dan het artikel ’’Trainen op leeftijd en ontwikkeling’’ en het ‘’Leeftijdkenmerken’’ document.
Bijvoorbeeld: jonge spelers in de O7 zijn nog sterk op zichzelf gericht. Daarom ligt de focus in eerste instantie op “ik en de bal”. Pas daarna verschuift de aandacht naar “ik, de bal en mijn tegenstander”, gevolgd door “ik, de bal, mijn tegenstander en medespeler”. Dit betekent dat overspelen en bal aannemen op een later moment relevant worden, terwijl in de beginfase vooral dribbelen en individueel balbezit centraal staan. In de leerlijn aan het einde van dit artikel worden suggesties gedaan over wanneer te starten met de verschillende tactische aspecten.
De rol van omschakeling
Een bijzondere, maar essentiële tactiek is de omschakeling. Dit moment van overgang tussen aanval en verdediging is vaak chaotisch, maar biedt juist kansen voor teams die hier goed op inspelen. Omdat omschakeling een fundamenteel onderdeel is van doelspelen (en dus van hockey) verdient het speciale aandacht in de leerlijn. Integreer omschakeling dus bewust in de leerlijn.
Versnellingsprincipes
Om de kans op scoren te vergroten, probeert de aanvallende partij een overtal te creëren. Dit gebeurt door middel van zes versnellingsprincipes: manieren om het spel voorwaarts te versnellen en zo een scoringskans te forceren. Een versnelling houdt altijd in dat de bal richting het doel wordt gespeeld. Een breedte- of terugspeelpass wordt niet als versnelling beschouwd, maar kan wel dienen als opstap naar een nieuwe versnelling. De zes versnellingsprincipes zijn:
- 1 tegen 1
- 2 tegen 1
- 2 tegen 2
- Lijn over lijn
- Passerende pass
- Extra speler
Eerdere artikelen hebben deze principes uitgebreid behandeld, inclusief hun toepassing in het spel. Ze vertonen sterke overeenkomsten met de hierboven beschreven tactische aspecten en worden daarom niet strikt per leeftijd gecategoriseerd. In plaats daarvan wordt in de leerlijn gekeken wanneer een versnellingsprincipe trainbaar is, op basis van de bijbehorende tactische en technische vaardigheden.
Lees ook het artikel over ’’Versnellingsprincipes’’ voor meer informatie.
Technieken en het Hockeykompas
Tot slot richt de leerlijn van de KNHB zich op technieken. Elke techniek is gekoppeld aan een of meerdere speluitdagingen en, afhankelijk van de positie op het veld, aan specifieke tactische uitdagingen en versnellingsprincipes. Zoals eerder benadrukt, is het belangrijk om technieken altijd in de context van het spel te plaatsen.
Een pass geven lijkt eenvoudig, maar als een tegenstander ertussen staat, wordt timing en precisie ineens cruciaal. Factoren zoals de snelheid van de pass en de keuze tussen een pass in de stick of in de ruimte bepalen of de bal aankomt. Soms lukt het echter nog niet om een techniek goed uit te voeren binnen een wedstrijdsituatie. In dat geval kunnen technieken eerst in een minder dwingende omgeving worden geoefend, zoals eerder beschreven bij de oefenvormen.
Daarnaast is het essentieel dat spelers begrijpen wanneer en hoe technieken het beste werken. In een drukke cirkel schieten is lastig, terwijl een pass over 30 meter met een flats veel sneller is dan met een push. Binnen de leerlijn wordt hier rekening mee gehouden.
Het Hockeykompas
Om dit inzichtelijk te maken, is het hockeykompas ontwikkeld. Dit hulpmiddel beschrijft de belangrijkste aspecten van technieken binnen de leerlijn, waaronder:
- Wanneer en hoe technieken worden gebruikt
- De moeilijkheidsgraad en variatie binnen technieken
- De positie van de bal ten opzichte van de voeten
- De grip en manier waarop de stick wordt vastgehouden
Meer informatie over het Hockeykompas vind je op de techniekpagina: www.knhb.nl/techniekmaand of in het artikel ’’Hockeykompas’’.
Technieken in de leerlijn
Bij de ontwikkeling van de leerlijn stond een belangrijke vraag centraal: Welke technieken zijn minimaal nodig om in alle richtingen te kunnen dribbelen, spelen en ontvangen? Dit heeft geresulteerd in een kernset van 36 technieken, verdeeld over vijf hoofdcategorieën:
- Lopen met de bal
- Passen en scoren
- Aannemen
- Passeren
- Afpakken
Hoewel deze 36 technieken een solide basis vormen voor spelers tot 18 jaar, zijn er in totaal nog veel meer technieken. Afhankelijk van het niveau en de motivatie van spelers kunnen extra technieken worden toegevoegd.
Moeilijkheid van technieken en variatie
Niet alle technieken zijn even makkelijk aan te leren. Bovendien kan de moeilijkheidsgraad variëren afhankelijk van de spelsituatie. Een forehand push uit de loop is hier een goed voorbeeld van:
- Wanneer een rechtsachter met de bal langs de lijn loopt en een pass geeft richting het midden, is dit een relatief eenvoudige techniek.
- Wanneer een linksachter dezelfde push moet geven richting het midden, is dit een stuk lastiger. De speler moet dan namelijk de pass ‘vanuit de heup’ spelen. Dit vraagt meer kracht en coördinatie.
Bij het aanleren van technieken en het ontwikkelen van oefenvormen wordt rekening gehouden met deze variaties. Dit principe wordt ook meegenomen in het hockeykompas van de KNHB.
De totale leerlijn
Op basis van de eerder beschreven uitgangspunten heeft de KNHB een leerlijn ontwikkeld die als fundament dient voor de oefenstof op de KNHB-website. In meerdere artikelen worden de achterliggende principes uitgebreid toegelicht. Deze artikelen zijn beschikbaar op de KNHB-website en maken ook deel uit van de trainer/coach-opleidingen.
Wil een vereniging aan de slag met deze leerlijn? Dan kan de door de KNHB gepresenteerde structuur als leidraad dienen voor het ontwikkelen van een eigen leerlijn. Daarbij is het belangrijk om na te denken over wat de vereniging uniek maakt en hoe dit terugkomt in de leerlijn. Meer hierover is te vinden in de ‘Blauwdruk Technisch Beleid’ en de ‘Puzzel Technisch Beleid’.
Tot slot wordt hieronder de Leerlijn van de KNHB schematisch weergegeven. Deze kan dienen als inspiratie en richting bij het opstellen van een leerlijn die past bij de visie en identiteit van de vereniging.